Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Haanen, adriana johanna

betekenis & definitie

Geb. Oosterhout (N.Br.) 14 juni 1814, overl.

Oosterbeek 8 oktober 1895. Woonde en werkte in Amsterdam en na 1864 in Oosterbeek. Leerlinge van haar vader C. Haanen. Schilderde stillevens met bloemen en vruchten en ook wel met dood wild. Werd in 1845 lid van de Kon.

Akademie te Amsterdam. Gaf les aan A. A. Abrahams en Ch.A. van Heek-Blijdenstein.

Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1841-1892: diverse stillevens met bloemen, fruit en dood wild; meisje bezig bloemen te rangschikken; enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: ‘de zomer’, stilleven met bloemen (gem. Adriana Haanen); bloemstilleven (gem. Adriana Haanen 1865); twee stillevens met vruchten (vernietigd in 1944). -Rijksprentenkabinet: een portret (tekening). -Stedelijk Museum: artisjokken en magnolia’s; bloemen; kweeperen. -Universiteitsgebouw G.U.: vruchten; bloemen en vruchten. -Museum Willet-Holthuysen: bloeiende rozen over een balustrade; wingerdranken op een oud muurvlak, DELFT -Museum Paul Tetar van Elven: bloemen en vruchten, DEN BOSCH -Stadhuis: een vruchtenstukje (1854). DORDRECHT -Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaison: een mandje met vruchten. ENSCHEDE -Stichting Edwina van Heek: stilleven met vogelnest. DEN HAAG -Gemeentemuseum: stilleven van rozen en druiven op marmer.

Gram 1880; Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten X; Wurzbach.