Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

zaadknop

betekenis & definitie

zaadbeginsel, aanleg van zaad bij plant, met navelstreng verbonden aan zaaddrager. De zaadknopkern (nucellus) vormt het inwendige van de zaadknop.

Hierin de embryozak of kiemzak, waaruit zich ontwikkelen: de kiem (embryo) of het jonge plantje; het kiemwit en één of twee omhulsels (integumenten) om de nucellus, met opening: micropyle (poortje), waardoor stuifmeelbuis binnendringt, ➝ bevruchting.