Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

verspreiding

betekenis & definitie

Ter bevordering van hun ontkieming moeten vruchten en zaden worden verspreid. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden.

1. Ballistische vruchten slingeren bij rijpheid hun zaden op verschillende wijzen weg (ooievaarsbek, springzaad, brem, viooltje).
2. Door de wind: vruchtpluis bij vruchten (paardebloem); zaadpluis bij zaden (wilg) vleugels bij vruchten (esdoorn) en zaden (den); sporen en fijne zaden blijven zweven (sporen van mos, van groene wieren, paddestoelen); stofzaad, (sporen van orchideeën).
3. Door vogels die bessen (lokvruchten) eten, maretak.
4. Door weerhaken aan voorbijgaande dieren (klis, kleefkruid).
5. Drijvend, door het water (lis, kokosnoot).
6. Door de mens, vaak onopzettelijk (bij spoordijken en opslagplaatsen): adventiefplanten.

Verspreiding ecologisch, bepaald door milieufactoren en tolerantie t.o.v. de betreffende factoren.

geografisch, afhankelijk van plaatsen op aarde waar de vereiste milieufactoren voorkomen.