Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

spontane activiteit

betekenis & definitie

Bij een groot en steeds toenemend aantal zintuigen blijkt van enkele (zo niet alle) receptoren reeds in ongeprikkelde toestand een onafgebroken reeks van min of meer regelmatige opeenvolgende impulsen in de afvoerende zenuwvezels uit te gaan. Deze impulsen worden samengevat met „spontane activiteit”. Deze term duidt aan dat het afvuren van de impulsen plaatsvindt zonder inwerking van adequate stimuli.