Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

plantenrijk

betekenis & definitie

Regnum plantarum, systematische groepenplanten. Over de indelingen zijn verschillende opvattingen.

Overzicht van plantenrijk: Hoofdafdelingen:

I Protophyta.

II Thallophyta (geen gedifferentieerde weefsels, voortplantingsorganen uit één cel).

III Cormophyta (met chlorofyl a en b en carotenoïden).

Afdelingen:

Bacteriën (Schizomycetes)

Blauwwieren (Cyanophyta)

Euglenophyta (ééncellige groene wieren)

Pyrrophyta (ééncellige bruingekleurde wieren)

Chrysophyta (met o.a. Diatomeeën)

Slijmzwammen (Myxophyta)

Schimmels (Mycophyta)

Roodwieren (Rhodophyta)

Bruinwieren (Phaeophyta)

Groenwieren (Chlorophyta)

Mossen (Bryophyta)

Psilophyta (alleen fossiel bekend)

Wolfsklauwachtigen (Lycopodiophyta)

Paardestaartachtigen (Equisetophyta)

Varens (Pterophyta)

Zaadplanten (Spermatophyta) verdeeld in vijf klassen: Cycadospermen, Ginkospermen, Coniferospermen (of Coniferen) en Chlamydospermen; samen de naaktzadigen.

Angiospermen, bedektzadigen, verdeeld in Monocotylen of Eenzaadlobbigen en Dicotylen of Tweezaadlobbigen.

< >