(L., = koek), moederkoek, orgaan gevormd door embryonale vliezen en baarmoederslijmvlies; wordt na de geboorte uitgestoten: nageboorte genoemd. Tussen moeder-(dier) en jong vindt hier uitwisseling plaats van voedingsstoffen, afbraakprodukten en ademhalingsgassen.
Bovendien tegenhouden van virussen van de moeder (uitzondering van virussen van de moeder (uitzondering: virus van rode hond), ➝ hormonen, ➝ progesteron, ➝ zaadlijst.