Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

Mendel, Gregor (kloosternaam) Johann (doopnaam)

betekenis & definitie

(1822-1884), Oostenrijks bioloog. Grondlegger van de erfelijkheidsleer.

Deed proeven in de kloostertuin te Brünn. Zijn proeven publiceerde hij in de ,,Verhandlungen des Naturforschungsvereins” in 1865. In 1900 werden zijn wetten herontdekt, o.a. door Hugo de Vries. Zijn onderzoek betrof voornamelijk de erfelijkheid bij erwten (Pisum sativum). Hij bestudeerde de volgende kenmerkenparen:zaden : glad – gerimpeld zaadlobben : geel – groen planten : hoog (klimplant) – laag (stamplant)

bloemen : zijdelings – eindstandig peul (onrijp) : geel — groen peul : glad – ingesnoerd zaadhuid : grauwbruin kleurloos Zijn kruisingsschema en benaming worden nu nog ongewijzigd toegepast. Hij kruiste toe. Volgens Morgan heeft Mendel de grootste ontdekkingen in de biologie gedaan van de laatste 500j., ➝ Wetten van Mendel.