Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

hemoglobine

betekenis & definitie

(afgekort Hb) (G., globos = bol), rode bloedkleurstof in rode bloedlichaampjes. Een proteïde.

Het eiwit is globine en de actieve groep, het Fe-houdende pigment haem, zeer ingewikkeld van bouw en chemisch verwant aan bladgroen, verbindt zich met zuurstof tot oxyhemoglobine. Elk eiwitmolecuul bevat 4 haemgroepen: Hb4 + 402 ⇒ (Hb O2)4, ➝ galkleurstoffen, ➝ valine, ➝ sikkelcelanemie, ➝ bloedarmoede, ➝ kolendampvergiftiging.Bij verschillende diersoorten en populaties van de mens zijn er verschillende typen van hemoglobine (door kleine variaties in de structuur van de polypeptideketens). Alle typen bij de mens hebben een gemeenschappelijk paar ketens, de s-ketens. Het andere paar varieert. Bij hemoglobine A1 (97,5% bij hemoglobine van volwassenen) zijn dit de β-ketens. A2 komt voor bij 2,5% en F alleen bij foetus.