geheel van aan de buitenkant van het dier waarneembare bewegingen (lopen, drinken, paren, geluiden maken, oren spitsen, blozen (bij de mens) enz.), berustend op spierreacties. Bestudeerd worden: waartoe en waardoor.
Een prikkel (fysieke toestand of toestandsverandering) kan direct of indirect invloed op het gedrag uitoefenen, ➝ signaalprikkel, ➝ consumptiegedrag, ➝ agressief gedrag, ➝ conflictgedrag, ➝ ongericht gedrag, ➝ kalmeringsgedrag. Gedragseigenschappen staan onder controle van genen.