Goniometrie is een tak van de wiskunde, waarin berekeningen rondom driehoeken centraal staat. Het maakt hierbij veelal gebruik van goniometrische functies, zoals de sinus, de cosinus en de tangens.
De goniometrie is al heel oud en kan op allerlei manieren worden toegepast in het dagelijks leven. Zo kon men vroeger dankzij het meten van hoeken bepalen waar men zich op de wereld bevond. Wanneer men bijvoorbeeld de hoek tussen de horizon en de Poolster zou meten, kon je door middel van goniometrische berekening bepalen hoe noordelijk men was. Het berekenen van afstanden, is slechts een voorbeeld van een toepassing van de goniometrie.
Voor het berekenen van dergelijke afstanden worden zogenaamde goniometrische functies gebruikt. Dit zijn de sinus, de cosinus en de tangens. Deze functies zijn allemaal verhoudingen tussen bepaalde zijdes van een driehoek. Een rechthoekige driehoek heeft altijd drie zijdes en drie hoeken. Een van deze hoeken is een hoek van 90 graden. Dit is de hoek van de twee rechte zijdes. Daarnaast zijn er nog twee hoeken, voortkomend uit een rechte en een schuine zijde. Wanneer je de lengte van de zijdes hebt berekend, kun je met bovenstaand goniometrische functies de graden van de hoek uitrekenen. De waarde van de tangens bereken je door de lengte van de overstaande zijde te delen door de lengte van de aanliggende zijde. De waarde van de sinus bereken je door de lengte van de overstaande zijde te delen door de lengte van de schuine zijde. De lengte van de cosinus bereken je door de lengte van de aanliggende zijde te delen door de lengte van de schuine zijde.
