Geluidssnelheid is de afstand die geluidsgolven per tijdseenheid afleggen in een ruimte.
Een trilling veroorzaakt geluid, dat zich vervolgens verspreidt door de ruimte. Dit verspreiden gebeurt alleen als er een medium is: een stof (vloeibaar, vast of gasvormig) die de trilling kan doorgeven. In een vacuüm, een ruimte zonder medium, is geen geluid hoorbaar.
Hoe snel dit verspreiden van geluidsgolven gebeurt, hangt van een aantal factoren af. Dichtheid van het medium is bijvoorbeeld zo'n factor. Hoe meer moleculen op elkaar gepakt zitten tussen jou en de bron van het geluid, hoe beter de golf doorgegeven kan worden. Zo reist geluid sneller onder water, omdat water een hogere dichtheid heeft dan lucht. Ook reist geluid sneller bij warm weer of door een vochtige lucht, omdat er dan meer moleculen in de lucht zitten.
Geluidsgolven door lucht en door kamertemperatuur reizen met ongeveer 340 meter per seconde. Omdat straaljagers vaak enorm snel gaan, verklaart dat waarom je soms het geluid van een straaljager ‘te laat’ hoort: Het duurt even voordat het geluid vanaf de straaljagermotor bij je oor is gekomen (een paar seconden) en tegen die tijd is de straaljager al weer doorgevlogen. Ook het verschijnsel dat je bij onweer eerst de flits ziet en dan pas het gedonder hoort, heeft hiermee te maken: licht (de bliksemflits) reist met 300.000.000 meter per seconde sneller dan geluid.
