Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Goud

betekenis & definitie

Wat Margarete in Goethes Faust uitroept: ‘Naar goud reikt, / Naar goud kijkt / Toch iedereen!’ kan als motto dienen van de volledige geschiedenis der mensheid. De oudste (bekende) verwijzing naar het edelmetaal vond men in Indiase geschriften in het vierde millennium voor Christus; rond tweeduizend voor Christus werd er bijvoorbeeld in Egypte naar goud gedolven; het zoeken naar goud was de primaire oorzaak van de vele ontdekkingsreizen in de vijftiende en zestiende eeuw.

In Mexico en Peru gingen deze gepaard met wrede plunderingen, met alle bloedige gevolgen voor de oorspronkelijke bewoners van dien.De heersers behingen zich met gouden sieraden. Door de ‘verwantschap met de zon’ gold goud (bijvoorbeeld in de vorm van tinctuur) als krachtig geneesmiddel en versterkend middel (bijvoorbeeld bij hart- en vaatziekten, bij flauwten of als medicijn tegen lepra), en gouden amuletten werden als bescherming tegen toverij en demonische bezweringen gedragen.

Omdat goud zeldzaam was en de hebzucht van de meeste machthebbers groot, waren alchemisten veelgevraagd. Deze magische scheikundigen probeerden met allerlei chemische processen en met behulp van de steen der wijzen, die men vergeefs geprobeerd heeft te maken, onedel metaal in goud te veranderen. De alchemie was gedurende de tweede en de derde eeuw in Alexandrië ontstaan en werd in de twaalfde eeuw door Arabieren naar West-Europa gebracht. Er werden vele charlatans door aangetrokken (‘De alchemie is een kuise minnares, die van rijken armen maakt,’ spotte abt Trithemius von Sponheim), maar ook wetenschappers van naam hielden zich bezig met experimenten. Het ging hen naast het destilleren, koken, solveren, et cetera - waarbij geen goud ontstond, maar de kennis van natuurkundige en scheikundige processen wezenlijk vergroot werd - om meer dan het veranderen van metaal: minstens zo belangrijk was de verfijning van het menselijke karakter en zijn streven naar geestelijke zelfontplooiing. Dat veel van de oude alchemistische boeken nogal warrig en cryptisch zijn, wijten boosaardige tongen aan de giftige gassen en de verdovende dampen in de laboratoria, die kennelijk tot hersenbeschadigingen hebben geleid.

Een der laatste Duitse alchemisten spoorde onlangs een journalist van de Frankfurter Rundschau in Frankfurt aan de Main op. De onderzoeker hoopt een plantensteen te vinden, ‘om aan de giftige stof antimonium zeven zuiverende tincturen te onttrekken’. Lange tijd heeft hij de openbaarheid gemeden uit angst voor bespotting door apothekers, artsen en natuurwetenschappers, maar spoedig wil hij een firma vestigen om uit de ‘vele oude alchemistische geheimen’ munt te slaan.

Vergilius had reeds kort voor Christus’ geboorte vergeefs gejammerd: ‘Auri sacrafames!’ (‘De weerzinwekkende, onverzadigbare honger naar goud!’)

Edelstenen, → Kwikzilver, → Schatten, → Zilver.