Zespuntige ster, die ontstaat wanneer men twee gelijkzijdige driehoeken tegengesteld ten opzichte van elkaar op elkaar legt.
Al in de grijze oudheid werd dit hexagram bij de Egyptenaren. Indiërs, Chinezen en Israëlieten als een beschermteken opgevat. Op een synagoge kan men het vergelijken met het kruis op een christelijke kerk. In de tweede helft van de 19de eeuw werd het teken als een zionistisch symbool beschouwd en sedert 1948 siert de davidster de Israëlische vlag. (Niet het wapen: dat laat de 'menora' zien, de zevenarmige kandelaar.) Na de Eerste Wereldoorlog werd in Duitsland door het opkomend nationaal-socialisme met de davidster antisemitische propaganda bedreven. En tijdens de Tweede Wereldoorlog was de joodse bevolking van de bezette gebieden vanaf 1942 verplicht deze ster in stof op gele achtergrond zichtbaar op de kleding te dragen, in het midden het woord jood', in geïmiteerde Hebreeuwse letters.
In tal van andere uitdrukkingen komt nog de naam van Israëls koning voor:.
David en Jonathan Boezemvrienden. Jonathan was de zoon van koning Saul.
