Schrift van Russen. Serviërs en Bulgaren.
De broers Cyrillus en Methodius, apostelen van de Slavische volken, werden in de 9de eeuw in Thessalonica geboren, waar beiden behalve Grieks ook een Slavisch dialect hoorden spreken, een dialect dat ze spoedig onder de knie hadden. Als missionarissen waren de broers werkzaam onder de Chazaren, een Slavisch volk aan de Kaspische Zee. Gedeeltelijk naar het Grieks schiep Cyrillus voor hen een eigen schrift: het glagolithisch, de voorloper van het naar hem genoemde Cyrillisch schrift. Het glagolithisch was nogal ingewikkeld, daarom is het later door monniken vereenvoudigd. Dit schrift, dat dichter bij het Grieks staat, werd door Peter de Grote in de 18de eeuw in Rusland ingevoerd.
Behalve dat hij een Bijbelvertaling in het glagolithisch maakte, nam Cyrillus het initiatief tot invoering van de Slavische taal in de katholieke liturgie, wat niet zonder tegenkanting vanuit Rome gebeurd is. Cyrillus, die men met recht de vader van de Slavische literatuur mag noemen, stierf in een klooster te Rome. Methodius. die zijn werk voortzette, overleefde hem zestien jaar en stierf in 885. Later werden de beide broers heilig verklaard. Hun feestdag, 7 juli, wordt zowel in de orthodoxe als in de katholieke kerk gevierd.
