Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Zwaard

betekenis & definitie

Een zwaard gaat door zijn ziel, hij voelt groot verdriet.

Toen de pasgeboren Jezus naar de tempel werd gebracht, ontmoetten Maria en Jozef daar een oude man, Simeon. Hij was naar de tempel gekomen door de Heilige Geest, die hem had beloofd dat hij voor zijn dood de messias zou zien. Simeon zegende het gezin en zei tot Maria over haar kind: ‘Zie, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Israël en tot een teken, dat weersproken wordt en door uw eigen ziel zal een zwaard gaan, opdat de overleggingen uit vele harten openbaar worden’ (Lucas 2:34-35, NBG-vertaling). De uitdrukking wordt nog maar zelden gebruikt. De NBV luidt anders: ‘en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden’ (Lucas 2:35).

Bijbelcitaat: Luikse Diatessaron (1291-1300), p. 18, 31-33. Ende dijns selues zile sal dorgaen dat suert -- van scharpen sere -- om sine wille ende dan selen vele herten peinsingen werden goppenbaert.

Gebruiksvoorbeeld: Vorig jaar hoorde ik op het poëziefestival van Hilversum Elly de Waard. Zij las, uiterlijk bijna onbewogen, staccato, mono¬toon, duidelijk articulerend, luid, agressief, ritmisch. Vergeef me de beeldspraak, maar een zwaard sloeg door mijn ziel. (Hervormd Nederland, 27-6-1981)

Gebruiksvoorbeeld: Telkens wanneer Anna Magdalena na Bachs dood zijn ‘met inktstrepen doorwoelde partituur’ van het Crucifixus uit de Hohe Messe bestudeerde, besefte ze ‘dat hier een zwaard door zijn ziel was gedrongen.’ (NRC, jan. 1994)

Wie het zwaard opheft, zal door het zwaard vergaan, geweld zal met geweld worden vergolden.

Zoals uit de aanhalingen hieronder ook blijkt, worden deze woorden gewoonlijk herkend als een uit de bijbel afkomstige uitdrukking. Ze stamt uit Matteüs 26:52, waar Jezus bij zijn gevangenneming tegen een discipel die hem met het zwaard wil verdedigen zegt: ‘Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen’ (NBV).

Bijbelcitaat: Luikse Diatessaron (1291-1300), p. 250, 23-24. Stec dijn suert in sine scheide, want igewelc die sleet metten suerde, sal metten suerde uerslegen werden.

Gebruiksvoorbeeld: Een van de schilderachtigste figuren uit zijn boek noemt de auteur [H. Lampo over De eerste sneeuw van het jaar, 1985] een onderpastoor uit een Antwerpse randgemeente, Jan Verhofstadt: "Hij is altijd goedgehumeurd, houdt gevaarlijke preken (over "wie met het zwaard omgaat, zal door het zwaard vergaan" onmiddellijk na Stalingrad), deelt alles uit wat hij bezit, is aktief in het verzet maar zal niettemin de gedeser¬teerde SS-man Joost helpen onderduiken. (De Standaard, 2-4-1985)

Gebruiksvoorbeeld: [Schrijver vertelt over zijn belevenissen in een ‘literaire salon’:] Eén van hen [van de aanwezige dames] [...] kende mij en vroeg of ik Sjoerd de Vries, die jongeman daar, aan haar wilde voorstellen. ‘Mevrouw, mag ik u voorstellen: domi¬nee De Vries’ zei ik voor de grap. Sjoerd speelde tegen wil en dank de rol van predikant mee. ‘Nu ik u toch spreek dominee, wat is uw mening over de toenemende bewapening?’ Toen ook al een heet hangijzer. ‘Mevrouw’, antwoordde Sjoerd gevat, de enige bijbeltekst die hij kende spuiend, ‘Wie het zwaard opheft zal door het zwaard vergaan. Corinthe 6, vers 12’ verzon hij erbij. Een echte dominee had het hem niet kunnen verbete¬ren. (Het Parool, 16-10-1982)