Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Water

betekenis & definitie

Levend water, stromend water; (fig.) God.

Levend water is water dat niet stilstaat maar stroomt; deze betekenis is in het moderne Nederlands verloren gegaan, zodat het gebruik ervan gewoonlijk op de bijbel terug te voeren is. Daar zijn de woorden een enkele maal gebruikt voor God of voor dat wat God in een mens teweeg kan brengen; Jezus zei tot een vrouw: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven’ (Johannes 4:10, NBV).

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Johannes 4:10. Waert dat ghi die gaue gods bekendet, ende wye dye is, die tot v seit, geeft mi drincken, ghi sout hem bidden, ende hi soude v levende water geuen. Gebruiksvoorbeeld: [Begin van een geboorte:] Plotseling / Kijkt zij op. ‘Het begint.’ Als levend water / Staat de blauwe ochtend in de kamer. (H. Mulisch, De gedichten 1974-1983, 1987 (De geboorte, 1983), p. 209)

Gebruiksvoorbeeld: [Kop:] Weer ‘levend water’ in de Biesbosch-delta (NRC, maart 1994)

Water in wijn veranderen, het eerste wonder dat Jezus verrichtte; (fig.) een wonder verrichten, iets dat men voor onmogelijk hield realiseren.

Het eerste wonder dat Jezus verrichtte was het veranderen van water in wijn op een bruiloft (de ‘bruiloft te Kana’). Jezus liet zes vaten met water vullen, gaf de dienaren opdracht er wat uit te scheppen en aan de gastheer te brengen. ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven’ (Johannes 4:10, NBV). Water in wijn veranderen is in figuurlijke zin dan ook: ‘een wonder verrichten, iets dat men voor onmogelijk hield realiseren’. In de volgende aanhaling is de bijbeltekst en uitdrukking bewust omgekeerd -- het betreft een advies voor een ‘goed voornemen’ voor 1999: ‘Dominee Nico ter Linden [auteur van een zeer vrije bewerking van de bijbel]: ophouden met wijn in water te veranderen’ (NRC, 2-2-1999, p.7).

Bijbelcitaat: Rijmbijbel (1271), v. 22358-64. Nv waren ghinder .vii. stenine cannen. / Jhesus seide ten dienst mannen. / Vullet die cannen met watre saen. / Ende doe si dat hadden ghedaen. / Hiet ons here draghen dat. / Ter vorbarsten die ter feesten sat. / Die sere prijsden ghenen wijn. (Nu stonden daar zeven stenen vaten. Jezus sprak tot de dienaren: Vul die kannen snel met water. En toen zij dat hadden gedaan, beval Jezus dat water te brengen naar de belangrijkste man die op het feest aanwezig was. Hij prees de wijn uitbundig.)

Gebruiksvoorbeeld: Maar zoals in de bijbel water wijn werd, en in het gewone leven wijn urine, zo veranderde bij Leo en mij heldere vodka in pikzwarte inkt, (A.F.Th. van der Heijden, Asbestemming. Een requiem, 1994 (1995), p. 146)

Gebruiksvoorbeeld: Wel zijn er nog tientallen publicaties verkrijgbaar waarin Castro voortdurend water in wijn verandert en over zeeën loopt. (De Volkskrant, 17-2-1996)

Gebruiksvoorbeeld: Een vriend waarschuwde me laatst voor deze klus. ‘Kijk uit Joop, je bent een gezond hoofd in een ziek bed.’ Alleen een wonder zou Volendam [de voetbalclub van die naam] kunnen helpen. Maar ik kan geen water in wijn veranderen. (De Volkskrant 24-8-1999)

Waterdrager, waterputter, iemand die beroepshalve water put; (fig.) iemand die eenvoudig, laag betaald werk doet dat echter noodzakelijk is voor het functioneren van anderen.

Toen de bewoners van de stad Gibeon de Israëlieten op listige wijze tot een verbond hadden overgehaald en hun bedrog uitkwam, werden zij zwaar gestraft; ‘de hoofden zeiden tot hen: Laat hen in leven blijven. En zij werden houthakkers en waterputters voor de gehele vergadering, zoals de hoofden te hunnen opzichte bepaald hadden’ (Jozua 9:21, NBG-vertaling). De geringe waardering die hieruit spreekt voor dit beroep heeft de benamingen waterdrager en waterputter hun specifieke betekenis gegeven. De NBV heeft hier: ‘we kunnen ze voortaan voor heel Israël hout laten hakken en water laten putten’ en spreekt in Jozua 9:23 over ‘houthakkers en waterputters voor het heiligdom van mijn God’.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Jozua 9:21. Laetse leuen dat si houthouders ende waterd raghers zijn der gheheelder ghemeenten zoo hem dye ouerste ghezeit hebben. (Statenvertaling (1637): water-putters.)

Gebruiksvoorbeeld: Sommige staatssekretarissen maakten er geen geheim van dat zij de waterdragers waren van industriële lobby's. Anderen beschouwden het departement als een vagevuur dat ze hoopten spoedig te verlaten. (De Standaard, nov. 1995)

Gebruiksvoorbeeld: Vijfmaal verscheen hij aan de start in de Ronde van Frankrijk, vier keer haalde hij Parijs. Een waterdrager, eentje die zijn markante kop in de wind stak om de echte toppers te ontlasten. (NRC, maart 1994)

Wees gegroet

Wees gegroet, beginwoorden van de aankondiging van Jezus’ geboorte aan Maria; beginwoorden van het Mariagebed in de rooms-katholieke kerk; (alg.) gegroet, wees welkom.

Weesgegroetje, het gebed dat begint met de woorden ‘wees gegroet’.

Toen de engel Gabriël door God naar Maria was gestuurd om haar te vertellen dat zij de moeder zou worden van de Messias, waren Gabriëls eerste woorden tot haar: ‘Wees gegroet, gij begenadigde, de Here is met u’ (Lucas 1:28, NBG-vertaling). Hierop (en op de erop volgende tekst in dit hoofdstuk van Lucas) is het bekende Mariagebed Weesgegroet gebaseerd: ‘Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u, gij zijt de gezegende onder de vrouwen, en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot, Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen’. De woorden wees gegroet worden ook wel schertsend of ironisch gebruikt, en verwijzen waarschijnlijk in eerste instantie naar het gebed en pas dan naar de onderliggende bijbeltekst.

Bijbelcitaat: Leuvense Bijbel (1548), Lucas 1:28. Weest ghegroet ghy vol van gracien, Die Heere is met v, ghebenedijt sijt ghy onder die vrouwen.

Gebruiksvoorbeeld: Wees gegroet o machtige bondgenoot van overzee, gaat heen Satan uit het Oosten. (W.L. Brugsma, Europa Europa, 1983, p. 37; de betekenis van Weesgegroet is hier: wees welkom. Het is een sarcastische opmerking over de Europese houding t.o.v. Amerika resp. Rusland.)

Gebruiksvoorbeeld: Schrei maar, stamelt de vader, nieuw kind van ons, / ik weet niet wat ik met je aan moet, / maar daar ben je dan, wees gegroet. (J.B. Charles, De gedichten tot 1963, 1963, p. 124)

Gebruiksvoorbeeld: Devoot bad ik dan driemaal een weesgegroet, in stilte hopend dat de zwaluwen ook míj zouden verstaan. (J. Mens, De witte vrouw, 1987 (1952), p. 10)

Gebruiksvoorbeeld: Vandaag / een wees-gegroetje / aan de hemel // [...] // vandaag een psalm / een schietgebed / om te vergeten. (N. Scheepmaker, De Gedichten, 1991 (Vandaag, 1955), p. 363)