Ingaan tot een vrouw, seksuele omgang hebben met een vrouw.
In de Statenvertaling (1637) wordt de seksuele handeling van de man met een vrouw omschreven met de verbinding ingaan tot. Zo staat er in Genesis 16:4 ‘En hij [Abram] ging in tot Hagar, en zij ontving.’ En in 2 Samuel 16:22 ‘Absalom ging in tot de bijwijven zijns vaders, voor de ogen van het ganse Israel.’ De NBG-vertaling heeft op beide plaatsen ging tot, de NBV sliep met, respectievelijk nam bezit van. Het is vrij ongewoon in het huidige Nederlands.
Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Genesis 16:4. Ende hi ginc in tot Hagar, ende si ontfinc.
Gebruiksvoorbeeld: Godlof betrof ’t een theoloog-in-spe, zodat wij nu met een geruster hart weer kunnen ingaan tot ons heidens lief. (De Tijd, 1-6-1973)
Gebruiksvoorbeeld: Overigens is bijvoorbeeld het ingaan tot en verborgen raken in een vrouwenlichaam vaak wel zo beschreven dat er enige ruimte blijft voor wat geestelijker lezing. (Vrij Nederland, 20-7-1985)
Een sterke of degelijke vrouw, wie zal haar vinden? als commentaar of compliment bedoelde uitspraak over een vrouw die sterk van karakter is of iets bijzonders presteert.
In de NBV is de frase niet meer terug te vinden. Zo lezen we in Lucas 2:9 (NBV) dat de herders ‘hevig schrokken’. Hier worden de kwaliteiten geprezen van een vrouw die de steun en toeverlaat is van haar man en kinderen, maar ook in economisch opzicht een belangrijk rol speelt. Dat de woordkeuze voor de kwalificatie van de vrouw de vertalers voor problemen heeft gesteld, zou men af kunnen leiden uit het groot aantal varianten van de bepaling, zoals deuchdelike (Statenvertaling, 1637), deugdzame (Luthervertaling Visscher, 1648-1896), wakkere (Vertaling Obbink-Brouwer, 1934), flinke (Canisiusvertaling, 1929-1939), degelijke (NBG-vertaling, 1951) en sterke (Willibrordvertaling, 1961-1975).
Bijbelcitaat: Willibrordvertaling (1961-1975), Spreuken 31:10. Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?
Gebruiksvoorbeeld: Eerst is zij een meelijwekkend arm, oud vrouwtje [...]; maar gaandeweg wordt zij de sterke vrouw, van wie gezegd wordt: 'Wie zal haar vinden?' (De Volkskrant, 9-11-1968).
Gebruiksvoorbeeld: [Man tot vrouw die geheel op eigen kracht een onwillige deur sluit:] Ja, een degelijke vrouw, wie zal haar vinden? (Gehoord, jaren ’90)