Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Voorhuid

betekenis & definitie

Voorhuid, huidplooi van de penis, die bij joodse en islamitische jongens en mannen verwijderd wordt (zie besnijdenis).

Het woord voorhuid is het Nederlands waarschijnlijk binnengekomen via de Duitse bijbelvertaling van de hand van Luther. Daarvoor noemde men deze huidplooi in het Nederlands sloof of oversloof, maar dat woord werd al in de zestiende eeuw door voorhuid verdrongen. Bij pasgeboren joodse jongetjes of zich tot het jodendom bekerende mannen moest de voorhuid verwijderd worden, naar het voorschrift van God: ‘Jullie moeten je voorhuid laten verwijderen; dat zal het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie’ (Genesis 17:11, NBV). Het is in het Nederlands, zowel in de algemene taal als in medische vaktaal, het gewone woord voor het bedoelde lichaamsdeel geworden. Het woord is nog niet te vinden in de Liesveldtbijbel uit 1526 en evenmin in de Liesveldtbijbel van 1532 in Genesis 17:11, waar nog overslof staat. In deze editie vinden we echter wel voorhuyt in Jeremia 9:25. Het woord is dus ingevoerd tijdens het maken van de editie van de Liesveldtbijbel die werd gedrukt in 1532.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1532), Jeremia 9:25. Want alle heidenen hebben dye voorhuyt des vleeschs onbesneden, Maer dat gansche huis Israhels heeft die voorhuyt der herten onbesneden.

Gebruiksvoorbeeld: Zo berichtte de liberale Milliyet (nationaliteit) dat in enkele dorpen aan de Zwarte Zee de voorhuid van besneden jongetjes aan vrouwen te eten wordt gegeven om hen zo van hun onvruchtbaarheid af te helpen. (NRC, sept. 1994)

Gebruiksvoorbeeld: En degenen onder jullie (mannen, red.) in het bezit van een voorhuid moeten weten dat JA!, jullie worden verondersteld om hem ‘daaronder’ ook te wassen, hoewel sommigen van jullie daarvoor een hamer en een beitel nodig zullen hebben. (Playboy, 1995, nr. 1)