Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Visvangst

betekenis & definitie

Wonderbare, wonderbaarlijke of miraculeuze visvangst, onverwachte en overvloedige vangst.

De wonderbare visvangst is geen letterlijke bijbelse formulering, maar is in de NBG-vertaling de titel boven Lucas 5:1-11, waarin verhaald wordt hoe Jezus’ vissende discipelen al heel lang niets gevangen hebben en door Jezus opnieuw het water op gestuurd worden. Hij vertelt waar zij hun netten moeten uitwerpen, hetgeen ze tegensputterend doen. ‘En toen zij dit gedaan hadden, haalden zij een grote menigte vissen binnen, en hun netten dreigden te scheuren’ (Lucas 5:6, NBG-vertaling). In de Statenvertaling (1637) omschrijft het inhoudsoverzicht boven Lucas 5 de gebeurtenis als een ‘miraculeusen visch-vanck’, maar in latere drukken is dit vervangen door ‘De wonderbare vischvangst’. De NBV kiest voor een andere titel: ‘Simon Petrus, Jakobus en Johannes geroepen’.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Lucas 5:6. Ende doen si dat deden, besloeten si een grote menichte visschen, ende haer net scoorde.

Gebruiksvoorbeeld: Neen, nu vangt ge me niet, antwoordde de wolf, dat ben ikzelf vanzelfsprekend, op mirakuleuze visvangst met mijn staart. (L.P. Boon, De Kapellekensbaan/Zomer te Termuren, 1980 (1953/1956), p. 146)

Gebruiksvoorbeeld: In zijn boek stelt Van Ginkel dat ‘vissers niet alleen te maken hebben met de Scylla van wispelturige natuurkrachten, met alle onzekerheden voor hun fysieke en economische overleven op zee vandien, maar ook met de Charybdis van al even grillige marktkrachten. Want halen zij uit de diepten een wonderbaarlijke visvangst, dan kan de prijs die ze daarvoor aan de wal ontvangen danig tegenvallen.’ (Waddenbulletin, feb. 1994)

Gebruiksvoorbeeld: Nog altijd worden er heroïsche verhalen verteld over de wonderbare visvangsten in die tijd. Tonnen karpers, palingen, baarzen, snoeken, voorns en meervallen werden zomaar opgeschept. (De Standaard, dec. 1995)