Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Schel

betekenis & definitie

De schellen vallen hem van de ogen, hij ziet plotseling in, wat hij eerder niet begreep.

Saulus, die de christenen fel vervolgde, zag op weg naar Damascus een fel licht en hoorde hoe een stem hem vroeg waarom hij hem vervolgde. Saulus werd blind; toen een paar dagen later Ananias, een discipel van Jezus, de handen op Saulus’ ogen legde, werd hij genezen: ‘Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen’ (Handelingen 9:18, NBV). De NBG-vertaling spreekt hier van schubben.) Daarna nam Saulus de naam Paulus aan. In het relaas van Paulus valt het weer kunnen zien samen met zijn nieuwe geestelijke inzicht, en dat gegeven heeft geleid tot de figuurlijke betekenis van de uitdrukking. Ze is zeer gewoon geworden in het hedendaags Nederlands.

Bijbelcitaat: Leuvense Bijbel (1548), Handelingen 9:18. Ende ter stont sijn van sijnen ooghen gheuallen als scellen.

Gebruiksvoorbeeld: Het was net alsof de schellen hem van de ogen waren gevallen, hij zag de werkelijkheid zoals die was en hij schaamde zich. (H. Thijssing-Boer, Liselore Langeveld, 1991, p. 27)

Gebruiksvoorbeeld: Beppie vecht om Rina te overtuigen dat zij en Joop zijn veranderd. De schellen zijn van hun ogen gevallen. (J. Burgers-Drost, Liefhebben is thuiskomen, 1994, p. 98)

Gebruiksvoorbeeld: Hem heeft het een heel mensenleven van studie, nadenken en meemaken gekost, voordat de meeste schellen hem van de ogen vielen -- misschien nog lang niet alle -- [...] (A. Helman, De folteringen van Eldorado, 1983, p. 8)