Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Licht

betekenis & definitie

Het licht schijnt in de duisternis, niet alles is even slecht, er is nog hoop.

Licht in de duisternis, iets goeds of hoopvols.

Het metaforisch gebruik van licht is heel algemeen. Sommige verbindingen zijn dan ook niet noodzakelijk bijbels. De uitdrukkingen zijn ingedeeld naar twee betekenissen, die niet altijd scherp van elkaar te onderscheiden zijn: die met licht ter aanduiding van hoop, en ter aanduiding van kennis, inzicht en dergelijke.

In de bijbel staat dat God licht is; het licht is de openbaring van Gods aanwezigheid en macht. ‘In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen’ (Johannes 1:4-5, NBV). In het hedendaagse Nederlands duidt men met licht in de duisternis de hoop, het uitzicht in een moeilijke situatie aan.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Johannes 1:4-5. In hem was dat leuen ende dat leuen was een lichte der menscen, ende dat licht scijnt in die duysternisse, ende die duysternisse en hebbens niet begrepen.

Gebruiksvoorbeeld: Maar daarnaast zag ik het visioen van de kaars tevens als een hoopvol teken dat er nog steeds licht schijnt in mijn duisternis. (R. Snel, Op weg door Tao, 1993)

Gebruiksvoorbeeld: en ook de vorig jaar in Frankrijk verschenen sleutelroman l’Ombre brengt wat licht in de duisternis. (NRC, maart 1995)

Zijn licht (niet) onder de korenmaat zetten, zijn goede kanten, vooral zijn kennis, (niet) verbergen.

Zijn licht op de kandelaar plaatsen, laten zien wat men kan en weet.

Zijn licht laten schijnen over iets, zijn kennis gebruiken om iets te (proberen te) verhelderen.

Licht brengen in de duisternis, iets ophelderen.

Licht wordt ook gebruikt ter aanduiding van iemands goede kanten, vooral kennis en inzicht, en voor wat iemand daarmee teweeg kan brengen. Als je je licht onder de korenmaat zet, dan verberg je je goede kanten, gewoonlijk een bepaalde (specialistische) kennis. Het tegenovergestelde is je licht op de kandelaar plaatsen. Beide uitdrukkingen gaan terug op de volgende bijbelplaats: ‘Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’ (Matteüs 5:15-16, NBV; vergelijk Marcus 4:21 en Lucas 8:16 en 11:33). Ook variaties op deze uitdrukking(en) komen voor: ‘Als patiënten [kankerpatiënten] denken dat zij baat hebben bij een speciaal dieet, dan is hen dat eerst aangepraat door onkritische dokters, die niet bereid waren om hun grote ego onder de korenmaat te plaatsen van de wetenschappelijke toetsing’ (NRC, 19-6-1999, p. 50).

Het tweede deel uit deze bijbelplaats, ‘Laat uw licht schijnen voor de mensen’, is mogelijk de oorsprong van de veelvuldig gebruikte uitdrukking zijn licht over iets laten schijnen, dat zoveel betekent als: ‘zijn kennis gebruiken om iets te (proberen te) verhelderen’.

Tenslotte is licht ook zoveel als ‘duidelijkheid, helderheid’. De uitdrukking licht brengen in de duisternis betekent dan óók: ‘helderheid scheppen’.

Bijbelcitaat: Deux-Aesbijbel (1562), Matteüs 5:15. Noch een licht wort oock niet ontsteken ende onder een korenmate gestelt, maer op den kandelaer, ende het licht allen die in den huyse zijn. (De Statenvertaling (1637) heeft eveneens koren-mate; de andere geraadpleegde oude vertalingen hebben corenvat.)

Bijbelcitaat:Leuvense Bijbel (1548), Matteüs 5:16. Alsoo laet v licht schijnen voor die menschen. (De Statenvertaling (1637) heeft hetzelfde; de andere oude bijbels hebben lichten i.p.v. schijnen.)

Gebruiksvoorbeeld: Jij bent je licht danig onder de korenmaat gaan stellen. (Dokter Pulder zaait papavers (film), 1975)

Gebruiksvoorbeeld: De auteur, die niet graag zijn licht onder de korenmaat steekt, komt daarbij te spreken over zijn vertalingen en zijn trouw aan het origineel (NRC, juli 1994)

Gebruiksvoorbeeld: De hoge staat van broederlijkheid was niet voor alle gemijterde Heren weggelegd: zei een priester altijd wat hij werkelijk meende, was zijn mening altijd die van de Kerk? Het licht dat zij op de kandelaar plaatsten, was veelal niet meer dan een nachtpit... (Jan Mens, De witte vrouw, 1987 (1952), p. 167)

Gebruiksvoorbeeld: De praatgrage doelverdediger was bereid zijn licht over vele vraagstukken te doen schijnen. (NRC, maart 1994)

Gebruiksvoorbeeld: De heer Van den Doel (VVD): Ik zal licht brengen in deze duisternis bij D66, [...] (Tweede Kamer, nov. 1995)

Er gaat mij een licht op, het wordt mij ineens duidelijk.

De uitdrukking er gaat mij een licht op heeft misschien ook een bijbelse herkomst: ‘Het volck dat in duysternisse sat, heeft een groot licht gesien: ende de gene die saten inden lande ende schaduwe des doots, den selven is een licht opgegaen’ (Matteüs 4:16, Statenvertaling).

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Psalmen 112:4. Den oprechtigen gaet dat licht op in duisternissen, Van den ghenadigen, ontfermhertigen, ende gerechten. (De Statenvertaling (1637) heeft oprechten i.p.v. oprechtigen.)

Gebruiksvoorbeeld: Vluchtig had de journalist de dag van te voren wat passages gelezen uit een boek van de schrijver met een oranje kaft [...] en nu gaat hem een licht op. (De Volkskrant, 12-8-1988)

Gebruiksvoorbeeld: [...] en toen vroeg ik me af wat me toch zo aansprak in dat fotootje en op een gegeven moment ging me een licht op: het waren net krabben. (NRC, apr. 1994)

Wandelen in het licht, (fig.) in een situatie van volkomen geluk en inzicht verkeren.

‘En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde’ (1 Johannes 1:5-7, NBG-vertaling). Het is moeilijk te omschrijven wat wandelen in het licht (in de NBV ‘onze weg in het licht gaan’) precies betekent. De juiste dingen doen, zich goed gedragen, kennis hebben van de waarheid, in een gelukkige positie zijn -- vanuit het Nieuwe Testament is dit samen te vatten als: ‘christen zijn’. In deze betekenis hebben wij het echter niet aangetroffen.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), 1 Johannes 1:7. Maer ist dat wi int licht wandelen, gelijc hy int lichte is, so hebben wi gemeynscap onder malcanderen.

Gebruiksvoorbeeld: Ik vraag me af waarom ik optimist ben. [...] omdat ik een optimistische voorstelling heb, een onverklaarbare overtuiging dat er een paradijs zal komen waar mensen wandelen in het licht. (Vrij Nederland, 19-10-1991)

Gebruiksvoorbeeld: Zij spreken met de dieren, zij wandelen in het licht, maar zodra de mensen en hun laster hen benaderen, sluit een wolk van duisternis hen als een pantser in. (Elsevier, 29-5-1993)

Er zij licht, en er was licht, het licht gaat of ging aan.

Deze veelvuldig schertsend gebruikte woorden -- wanneer iemand voor licht zorgt -- stammen uit het begin van het scheppingsverhaal: ‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide: Er zij licht; en er was licht. En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis’ (Genesis 1:1-4, NBG-vertaling).

De woorden zijn zo bekend, dat ook daar weer op gevarieerd wordt. Een heel mooi voorbeeld is de volgende passage uit een verhaal van G. van Beek: ‘“Er zij ijs,” fluisterde hij. Je moest het niet schreeuwen. Grote dingen kwamen tot stand door een stem die fluisterde: “Er zij ijs.” En het werd avond en morgen en daar was ijs en het groei¬de op de ramen in koele bloemen die hij wegademde om te zien of het goed was’ (G. van Beek, Blazen tot honderd, 1967, p. 41). Het archaïsche ‘Er zij licht’ komt niet meer terug in de NBV; hier is vertaald met ‘Er moet licht komen’.

Bijbelcitaat: Statenvertaling (1637), Genesis 1:3. Ende Godt seyde: Daer zy Licht: ende daer wert Licht. (Leidse vertaling (1899-1912): Er zij licht! en er was licht.)

Gebruiksvoorbeeld: In de doos met de gasflesjes vond Nina een koker van glas en een brander die een soort kousje bevatte. ‘Dit is het,’ zei ze. ‘Je draait het op de fles en...’ ‘...er is licht.’ Ze nam mij een tijdje op en glimlachte toen. (M. Möring, In Babylon, 1997, p. 67)

Gebruiksvoorbeeld: ‘Er zij licht en er was licht,’ zei ze toen ze bij binnenkomst de lamp aandeed. (Voorbeeld, jaren ’90)