Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Kuil

betekenis & definitie

Wie een kuil of put graaft voor een ander, valt er zelf in, wie een kwade opzet bedenkt voor iemand anders, wordt er vaak zelf het slachtoffer van.

In Spreuken 26:27 staat het volgende: ‘Wie een kuil graaft, zal erin vallen; / en wie een steen wentelt, op die zal hij terugrollen’ (NBG-vertaling). Ook op andere bijbelplaatsen is het eerstgenoemde spreekwoord te vinden. De betekenis dat de kwade opzet voor een ander bedoeld was, is in deze bijbeltekst impliciet aanwezig, maar wordt in de ons bekende vorm, die ook in de NBV is overgenomen, expliciet toegevoegd.

Bijbelcitaat: Statenvertaling (1637), Prediker 10:8. Wie eenen kuyl graeft, sal daer in vallen: ende wie eenen muer doorbreeckt een slange sal hem bijten.

Gebruiksvoorbeeld: Langley begon een gat te graven vlak achter de straatdeur: wie binnen wou, moest onvermijdelijk in dat gat vallen -- hij graafde ook nog ingewikkelder gangen, tunnels en dwaalwegen, onder het hele huis door -- maar hij vergat het spreekwoord: wie een put graaft voor een ander... . (L.P. Boon, De Kapellekensbaan/Zomer te Termuren, 1980 (1953/1956), p. 804)

Gebruiksvoorbeeld: Zijn ontroeringskracht dankt hij [Ollie B. Bommel] aan zijn opvallendste tekort: hij kan geen verbanden zien, houdt oorzaak voor gevolg en omgekeerd. En komt daardoor altijd in de kuil terecht die hij meende voor een ander te graven. (De Standaard, 13-7-1973)

Gebruiksvoorbeeld: Güzel Akgül overlegt met haar advocaat welke stappen er verder kunnen worden ondernomen. Zij en haar man Jan Vroom zijn extra gemotiveerd om de eigen sportschool op te zetten. Güzel Akgül: ‘We houden de moed erin. Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in.’ (Meppeler Courant, okt. 1993)