Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Jezus

betekenis & definitie

Jezus, ook wel: Jezus van Nazaret, Jezus Christus, de zoon van God, door christenen aanbeden als hun verlosser; in vergelijkingen genoemd om zijn macht en invloed, zijn rol als verlosser en zijn lijden, en om bepaalde stereotiepe uiterlijke kenmerken.

Jezus is de centrale figuur in het Nieuwe Testament. Het begint in de Evangeliën met de aankondiging van zijn geboorte en het verhaal van de geboorte zelf. De naam van de goddelijke figuur is begrijpelijkerwijs in de bloeitijd van het christendom niet gebruikt in uitdrukkingen. Pas in onze tijd wordt de naam Jezus in profane context en in informeel taalgebruik genoemd. Hoewel er geen enkel bericht is over hoe Jezus er uit heeft gezien, speelt ook zijn uiterlijk daarbij een rol. Men dicht hem onder andere een bepaalde haardracht en sobere kleding toe; zie de samenstellingen Jezus-Christus-look en Jezus-nikes. Bij deze zelfde cultuur past het volgende citaat: ‘Die quasi-intellectuele vredesapostel, met z’n onafscheidelijke metgezwel Yoko Ono. De heilige John van Nazareth, die in bed ging liggen voor vrede op aarde’ (Rotte vis. Een cursus effectief beledigen. Een keuze uit Propria Cures, 1998, p. 85).

Net als andere godsnamen is deze naam ook als vloek gebruikt. Zie ook de namen en titels van Jezus, Christus, Heiland, Messias en Verlosser.

Bijbelcitaat: Rijmbijbel (1271), v. 21342-43. Ten .viij.tende daghe so waest / Tkint besneden. / Ende men hiet ihesus dar ter steden. (Op de achtste dag werd het kind besneden, en men noemde het toen Jezus.)

Gebruiksvoorbeeld: Meneer Van de Ende, U bent na Jezus de belangrijkste man ... . (Barend en Van Dorp, RTL-televisie, 26-5-1999)

Gebruiksvoorbeeld: [Over een kinderboek:] Sjiriki is een soort Jezusfiguur, wiens reddende komst is voorspeld door een oude beer. (De Groene Amsterdammer, 3-3-1999)

Gebruiksvoorbeeld: ‘Man, ik zag er niet uit. Lang haar tot hier, maar niet zo’n Jezus Christus-look, met de scheiding mooi in het midden. De scheiding links, verschrikkelijk!’ (Huub Stapel in De Volkskrant, 10-7-1999, p. 3V)

Gebruiksvoorbeeld: Toen kwam er zo’n mafkees bij staan met van die Jezus-nikes aan [sandalen]. (Voorbeeld, jaren ’90.)

Zo lui of dom als het paard van Jezus (want dat was een ezel), zeer lui of dom. Ook wel bekend met Christus of Onze Lieve Heer.

Een koning rijdt een paard, maar Jezus was eenvoudig op een ezel gezeten toen hij Jeruzalem introk. Zo was het al door de profeet voorspeld: ‘Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en rijdend op een ezel, en op een veulen, het jong van een lastdier’ (Matteüs 21:5, NBG-vertaling; in de NBV spreekt men hier van ‘ezelin’).

Als men dan ook iemand met het paard van Jezus vergelijkt, wordt de ezel bedoeld, die bekend staat als dom en koppig, wat overigens zo niet in de bijbel staat. De toevoegingen kunnen plaatselijk verschillen, alsook de naam die voor Jezus wordt gebruikt.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Matteüs 21:6-7. Die discipulen gingen henen, ende deden gelijc hen Jesus beuolen hadde ende brachten die ezelinne ende dat vuelen, ende legeden haer cleeder daer op, ende setten hem daer op.

Gebruiksvoorbeeld: Bouwmeester in de spits was nog luier als het paard van Christus, die liep helemaal niet. (NRC, juni 1994)

Gebruiksvoorbeeld: Hij had drie jongens, maar die oudste, die was zo lui als het paard van Jezus. (Gehoord, jaren ’90)

Gebruiksvoorbeeld: Sommige mensen zijn nog stommer dan het paard van Onze-Lieve-Heer en dat was een ezel! (T. Kortooms, Mijn kinderen eten turf, 1967 (1959), p. 148)

Jezuïet, lid van de Sociëteit van Jezus; (fig.) intrigant; huichelaar; valsaard.

De orde der Jezuïeten werd in 1534 gesticht door Ignatius de Loyola en met de naam Societas Jesu naar Jezus genoemd. Het Nederlandse jezuïet is dus niet rechtstreeks van de naam Jezus afgeleid. Omdat het genootschap achter de schermen grote macht kon uitoefenen, werd en wordt de naam van de leden ook gebruikt om mensen met onzuivere bedoelingen aan te duiden.

Gebruiksvoorbeeld: Het begrip Jezuïet is -- ook volgens het woordenboek -- voor tweeërlei uitleg vatbaar. Een tentoonstelling in Utrecht hierover werd vanmiddag door premier Lubbers geopend. Want de minister-president is een van de bekendste Nederlandse leerlingen van de Orde van de Jezuïeten. De elite van de Rooms-Katholieke Kerk viert zijn 450 jarig bestaan. (Journaal, maart 1991)

Gebruiksvoorbeeld: Eigenlijk herinnerde zondagmiddag alleen de jezuïet dr. H. van der Meer aan het klimaat waarin het mandement van 1954 was opgesteld. (NRC, mei 1994)

Gebruiksvoorbeeld: Ik heb ontzettend genoeg van die streken van die Jezuïet. (Gehoord, jaren ’90)