Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

IJdelheid

betekenis & definitie

IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid, in de eerste betekenis soms gevolgd door en najagen van wind, alles is schone schijn, zonder zin en inhoud; uitgesproken als serieus of ironisch commentaar op ijverige inspanningen om bezit of roem te verwerven; (ironisch) het toppunt van ijdelheid of overdreven aandacht of waardering voor het eigen uiterlijk of de eigen persoon.

IJdelheid der ijdelheden, met deze woorden zet de auteur van het bijbelboek Prediker in hoofdstuk 1:2 zijn wijze beschouwingen in en hij besluit ermee in hoofdstuk 12:8. De toevoeging over het najagen van wind is uit hoofdstuk 1:14. Deze formulering komt voor in de traditionele bijbelvertalingen en is een aan het Hebreeuws ontleende constructie die wel de Hebreeuwse genitief wordt genoemd. Deze drukt het toppunt van een bepaald verschijnsel uit, in dit geval van ijdelheid in de nu wat verouderde betekenis van ‘leegte’, ‘zinloosheid’. Deze zedenles luidt in de woorden van de Statenvertaling (1637), moraliserend in de marge: ‘dat Salomo [die gezien wordt als de auteur] te kennen geeft, dat alle aerdsche dingen ons niet en konnen helpen om tot de ware gelucksalicheyt te komen’. Vóór deze vertaling waren het de katholieke bijbels die deze formulering gebruikten, als weergave van de Vulgaat met het parallelle vanitas vanitatum Zie ook Vanitas. De Nieuwe Bijbelvertaling heeft gekozen voor lucht en leegte, een keuze die veel discussie teweegbracht en een nieuwe bijbelse uitdrukking schiep. Zie Lucht.

IJdelheid der ijdeheden wordt ook wel eens iemand toegevoegd die te lang voor de spiegel staat, of erg met zichzelf ingenomen is. Hier is ijdelheid gebruikt in de tegenwoordig gewone betekenis van ‘aandacht voor zichzelf’ e.d.

Bijbelcitaat:Leuvense Bijbel (1548), Prediker 1:2. Idelheyt der ydelheden heeft gheseyt Ecclesiastes ydelheyt der ydelheden, ende tes alle ydelheyt.

Gebruiksvoorbeeld: Prediker heeft gelijk: ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdel. Ons past nederigheid. (NRC, sept. 1994)

Gebruiksvoorbeeld: ‘De Bekering’ [roman van Alfred Kosmann] is het treurspel van die ijdelheid der ijdelheden: roem! (Het Vaderland, 11-1-1958)

Gebruiksvoorbeeld: [Over onleesbare autobiografische schetsen vol ‘geleuter’:] IJdelheid der ijdelheden. Alleen de koekoek roept zijn eigen naam. (De Standaard, 6-1-1990)

I.N.R.I.
I.N.R.I., opschrift aan het kruis, met de betekenis: Jezus van Nazaret, de Koning der Joden.

Deze zogenaamde kruistitel bestaat uit de initialen van de Latijnse woorden Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum. Ze zijn ontleend aan de evangelieverhalen waarvan Johannes het meest uitvoerig is op dit punt: ‘Pilatus had een inscriptie laten maken die op het kruis bevestigd werd. Er stond op “Jezus uit Nazaret, koning van de Joden”’ (Johannes 19:19, NBV). Dit opschrift verwees, net als de doornenkroon, de mantel en de scepter, naar de aan Jezus toegeschreven pretentie dat hij de koning der joden was, een koningschap dat door Jezus en zijn volgelingen echter niet in politieke, maar in geestelijke zin bedoeld was. Nu wordt het opschrift nog wel in vergelijkingen genoemd of komt het voor in afbeeldingen van de kruisiging.

Gebruiksvoorbeeld: We [zien] Mickey -- geflankeerd door twee dollartekens -- met witte handschoentjes en zwarte laarzen genageld aan het kruis waar de letters INRI hebben plaatsgemaakt voor ‘Christie’s’. (NRC, maart 1994)

Gebruiksvoorbeeld: En andreus mottebol, deze door het leven en de wereld gehoonde, geslagene en geschopte -- deze koning der joden, deze i.n.r.i. deze kunstenaar -- staat recht en spreekt. (L.P. Boon, De Kapellekensbaan/Zomer te Termuren, 1980 (1953/1956), p. 743)