Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Egypte

betekenis & definitie

De plagen van Egypte, de rampen die God het Egyptische volk zond om het te dwingen het joodse volk te laten vertrekken; (fig.) grote rampen.

Egyptische duisternis, een van de plagen; (fig.) volslagen duisternis.

Toen in het land Kanaän hongersnood heerste bood het welvarende Egypte uitkomst. Jozef vestigde zich er en later ook zijn broers. Deze situatie mondde echter uit in een toestand van onderdrukking en slavernij. Maar men liet het joodse volk niet zomaar vertrekken. Om de Egyptenaren onder druk te zetten, zond God hun tien plagen, beschreven in Exodus 7-11. Water verandert in bloed, er komen plagen van kikvorsen, muggen en steekvliegen. Vervolgens breekt de pest uit en krijgen de mensen zweren. Dan valt er zware hagel en komt er een sprinkhanenplaag. De volgende ramp is het invallen van een diepe duisternis, waar de uitdrukking Egyptische duisternis van stamt. De tiende plaag tenslotte is de dood van alle oudste kinderen: ‘Midden in de nacht doodde de HEER alle eerstgeborenen in Egypte, van de eerstgeborene van de farao, zijn troonopvolger, tot de eerstgeborene van de gevangene, en ook al het eerstgeboren vee’ (Exodus 12:29, NBV). Dit vermurwt de Farao -- de Israëlieten mogen vertrekken. Deze plagen hebben tot de verbeelding gesproken van de bijbellezers en men vindt nog steeds verwijzigingen, zij het dat men het aantal van tien niet altijd haalt.

Bijbelcitaat: Rijmbijbel (1271), v. 3791-3801. Aaron die sloech de riuiere. / Ende alt water ward bloet te hand. / [...] / Dese eerste plaghe dans ghene saghe. / Stont in egypten. vii. daghe. (Aäron sloeg op de rivier, en al het water werd bloed. [...] Deze eerste plaag -- dat is echt waar -- heerste in Egypte zeven dagen.)

Gebruiksvoorbeeld: Geen nachtmerrie was je bespaard gebleven. / Je was, ten tijde van de zeven plagen, / Gehuisvest in Egypte. (G. Komrij, Alle gedichten tot gisteren, 1994 (Na de nachtmerrie 1, 1990), p. 426)

Gebruiksvoorbeeld: In het vandaag verschenen jaarboek van het CDA klaagt CDA-fractievoorzitter Heerma, dat zijn partij terecht kwam in 'een neerwaartse spiraal, waar de plagen van Egypte over ons heen rolden’. (Journaal, sept. 1994)

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Exodus 10:21.Mose stac zijn hant ten hemel, ende siet, doe wert een dicke duysternis ouer al Egipten, drie dagen lanc.

Gebruiksvoorbeeld: De Mr. J. de Blieckweg baadt door een flink aantal nieuwe masten en armaturen in een zee van licht, maar aan de Ruinerweg heerst Egyptische duisternis. (Meppeler Courant, feb.1995)

Gebruiksvoorbeeld: Je draagt het kaakbeen van het hoge noorden / er staat / egyptisch duister in je ogen. (H. Andreus, Verzamelde gedichten, 1983 (Sammy Seccotine, 1953), p. 81)

De potten of vleespotten van Egypte, potten waarin vlees werd bereid, als symbool voor de materiële welvaart tijdens de Egyptische jaren; (fig.) toestand van materiële welvaart, waar men ondanks andere nadelen naar terug verlangt; ook algemener: toestand van grote welvaart.

De uittocht uit Egypte naar ‘het beloofde land’ is een ware verlossing maar wordt ook door vele problemen gevolgd. Een menselijk trekje zien we als er honger heerst. De onderdrukking is even vergeten, en men denkt met weemoed aan het overvloedige eten: ‘“Hadden we maar vlees te eten!” zeiden ze. “We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook”’ (Numeri 11:4-5, NBV). De vleespotten komen voor in Exodus 16:2-3, ‘“Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,” zeiden ze tegen Mozes en Aäron. “Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten’” (NBV).

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Exodus 16:3. Wilde God dat wi waren gestoruen in Egipten landt, duer des HEEREN hant, doe wi biden vleeschpotten saten, ende hadden broots sat teten.

Gebruiksvoorbeeld: De rijkdom was over ons deel van de wereld gekomen, de vleespotten waren gevuld, er was werk en eten voor iedereen, maar de macht werd streng bewaakt. Europa was een pot die vervaarlijk stond te koken. (M. Möring, In Babylon, 1997, p. 235-236)

Gebruiksvoorbeeld: [Tot] Sepps verbazing valt Paula niet meteen in zwijm voor de haar in het

vooruitzicht gestelde vleespotten van het kapitalisme. (NRC, feb. 1994)