Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Betlehem

betekenis & definitie

Betlehem, de plaats van Jezus’ geboorte, nu plaats van verering en bedevaartsoord. Eertijds ook bekend als naam van kloosters en godshuizen. De plaatsnaam kent geen figuurlijk gebruik, maar wordt in verschillend verband genoemd, bijvoorbeeld ter aanduiding van kerstattributen.

Stal van Betlehem, stal waarin Jezus geboren zou zijn; (fig.) kerststalletje; (fig.) in een vergelijking voor een plaats waar een belangrijk persoon vereerd wordt.

Ster van Betlehem, ster die in de nacht van Jezus geboorte scheen; vandaar: ster als kerstversiering; kamerplant met witte, stervormige bloemetjes, de Campanula isophylla Moretti. Deze sierplant is afkomstig uit Italië.

De locatie van het kerstverhaal heeft in de volksreligie altijd tot de verbeelding gesproken; denk aan het opstellen van kerststallen in kerken en huiskamers. Uit de mededeling van Lucas (2:7) dat de pasgeboren Jezus in een kribbe te slapen werd gelegd, komt de voorstelling van een stal als geboortehuis voort. De ster boven Betlehem speelt een rol in de geschiedenis van de Drie Koningen ofwel de Wijzen uit het Oosten die zich door dit hemellichaam de weg laten wijzen naar de stal waarin zij de pasgeboren Jezus kunnen vinden.

Bijbelcitaat: Rijmbijbel (1271), v. 21305-08. Grote claereit heuet daer [bij de herders op het veld] bracht. / Die inghel gods ende seide te hem. / Dat in die stad te bethleem. / Die behoudre gheboren ware. (Helder licht heeft de engel Gods daar gebracht en hun gezegd dat in Betlehem de Redder geboren was.)

Gebruiksvoorbeeld: Om het huisje [de boerenschuur waar Lenin zich enkele dagen had schuilgehouden en dat nu een soort bedevaartsoord is geworden] kwam een soort glazen doos, als gold het de stal van Bethlehem. (NRC, 16-3-1999, p. 1)

Gebruiksvoorbeeld:. Zo kon het gebeuren, dat ieder van ons ... een complete serie kerstboomversierselen uit onze jeugd mee ten huwelijk bracht .... Jarenlang hebben we rondgetobd met ... twee stalletjes-van-Bethlehem ..., twee zilveren trompetjes enz. (Van Eyk, Huis aan de Gracht, 1956, p. 105; WNT XVII2, 3178)

Gebruiksvoorbeeld: Kartonnen, met glitter bestrooide nepsterren van Bethlehem [als kerstversiering]. (R. Rubinstein, Niets te verliezen en toch bang, 1990 (1978), p.50)

Gebruiksvoorbeeld: Ik hou meer van een witte dan van een blauwe Ster van Betlehem. (Gehoord, jaren ’90)