Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Apocalyps

betekenis & definitie

Apocalyps, (lett.) openbaring; naam van het laatste bijbelboek; (fig.) wereldomvattende ramp, totale catastrofe.

Apocalyptisch, verwijzend naar of zoals bij de apocalyps of in de eindtijd.

Het Latijnse Apocalypsis ‘openbaring’ is de naam van het laatste bijbelboek, de Openbaring van Johannes. Daarin wordt de laatste fase voor de ondergang van de wereld geschilderd. De Latijnse titel wordt al in de Rijmbijbel (1271) genoemd en nog in de zestiende-eeuwse bijbels, met name de katholieke, gehanteerd, soms als ondertitel bij Openbaringhe. De vorm Apocalypse of Apocalyps is mogelijk onder invloed van het Frans ingeburgerd voor de figuurlijke betekenis. In verband met ‘oorlogen en geruchten van oorlogen”, en vooral in verband met het naderen van de millenniumwisseling was het woord weer actueel.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), titel. Apocalipsis Die Openbaringhe Johannis.

Gebruiksvoorbeeld: Deze wereld is de wereld van Auschwitz en de dreigende Apocalyps. (Trouw, 12 dec. 1998, p. 17)

Gebruiksvoorbeeld: De opstapeling van macht en vermogen leidt tot schrikwekkende dimensies, maar niet per se tot apocalyptisch kwaliteiten. (Mulisch en de wetenschap. Naar aanleiding van De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch, (1995), p. 110)

Gebruiksvoorbeeld: ‘Wat is de bedoeling van uw apocalyptische rampenplannen?’ smeekte ik haar [God, als vrouw aangesproken] voor de laatste keer. (NRC, 7-11-1998, p. 30)

De ruiters van de Apocalyps, de ruiters die in het bijbelboek Openbaring de rampen die voorafgaan aan het Laatste Oordeel aankondigen; (fig.) de aankondiging van iets vreselijks.

In Openbaring 6 wordt verhaald over het openen van de eerste zes zegels. Elk zegel wordt geopend door iemand die op een paard zit -- het woord ruiter wordt in de bijbelvertalingen niet genoemd -- en dit gaat gepaard met de aankondiging van vreselijke rampen die de mensheid zullen treffen. ‘Ik zag dit: een wit paard met een ruiter, die een boog droeg. Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, de overwinning tegemoet’ (Openbaring 6:2, NBV).

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Openbaring 6:2. Ende ic sach, ende siet, een wit paert ende die daer op sat, hadde eenen boge.

Gebruiksvoorbeeld: Een bode die een brief brengt, een deurwachter die aanklopt: het zijn tekenen van het noodlot, het zijn voorboden van de ruiters van de apocalyptus: deze brief kan misschien, in zijn doodonschuldig uiterlijk, het fatale woord dragen dat een eind komt stellen aan Alles... (L.P. Boon, De Kapellekensbaan/Zomer te Termuren, 1980 (1953/1956), p. 588)

Gebruiksvoorbeeld: Geldzucht, militairisme, gezag en kerk zijn voor Geeraerts zoiets als de ruiters van de Apocalyps. (Het Vrije Volk, 17-6-1967)