Wat is de betekenis van Zwoel?

2024-04-18
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Zwoel

Zwoel is het begrip waarmee men aangeeft dat het drukkend warm is. Bij zwoele temperaturen ervaren mensen benauwdheid. Synoniemen van zwoel zijn verstikkend, warm en broeierig: "Er heersen zwoele temperaturen, het is broeierig benauwd." Deze zwoele temperaturen worden vaak als negatief ervaren. Daarnaast heeft het woord zwoel een erotisch...

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwoel

zwoel - Bijvoeglijk naamwoord 1. vochtig warm, drukkend, benauwd Hij las een boek op een zwoele zomeravond. 2. zinnelijk, erotisch, sensueel Eén zwoele blik was genoeg voor hem.

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zwoel

zwoel - bijvoeglijk naamwoord 1. vochtig warm en drukkend ♢ het was een zwoele zomer 2. gericht op seks ♢ zij keek met zwoele blikken naar de jongen Bijvoeglijk naamwoord: zwoel ...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zwoel

adj. & adv., soel; (van het weer) matsk, maf(fich), brodzich, broeijich, broeisk, biderflik, forgonklik, longerich, mudzich, modzich; (van de wind), bol, lij, waerm.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwoel

bn. (-er, -st), drukkend warm, broeiend, benauwd : een zwoele atmosfeer, ook fig. in zedelijke opvatting, niet fris ; doordrenkt van zinnelijkheid : ik lag van zwoele minnekoorts onroemelijk vermand (Staring).

2024-04-18
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Zwoel

Behaaglijke temperatuur, mits buitenshuis.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zwoel

bn. (drukkend warm, broeiend benauwd): een zwoele dag, een zwoele lucht.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zwoel

bn. en bw. (-er, -st) [→ zoelj drukkend warm, benauwd : een -e atmosfeer; een -e dag.