zwierig
...
Wiktionary (2019)
zwierig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met zwier; elegant, bevallig. ♢ Een zwierige dame, gebruikt als bn. ♢ Een zwierig mooie dame, gebruikt als bw. Woordherkomst afgeleid van zwier (stam van het werkwoord zwieren) met het achter...
Muiswerk Educatief (2017)
zwierig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: zwie-rig 1. met vloeiende lijnen of bewegingen ♢ zij draagt altijd zwierige rokken Bijvoeglijk naamwoord: zwie-rig ... is zwieriger dan ... het...
Walter De Clerck (1981)
1. Van een jurk e.d.: elegant. (In de standaardt. wel: zwierig gekleed gaan e.d.). 2. Gemakkelijk, met gemak. Wat heb ik aan mijn bezit, aan dat geld? ... Ge laat het liggen of ge koopt er dingen mee, die ge zwierig kunt missen als ge geen geld hebt, OP DE BEECK 1947, 58.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. zich in losse bochten, slingeringen bewegend, los en bevallig : zwierige gebaren; zwierig voortglijden ; zwierige krullen; 2. elegant, fraai opgeschikt: zwierig gekleed gaan; 3. bloemrijk (van stijl).
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (eig. met zwier: elegant, bevallig): een zwierige gang, een zwierige klederdracht; een zwierige stijl, bloemrijk, opgesmukt; een zwierig heertje, modepop.
Jozef Verschueren (1930)
('zwi:rәch) bn. en bw. (-er, -st) 1. fraai, netjes, elegant; een heertje; gekleed. 2. bevallig: een -e gang hebben. 3. opgesmukt, bloemrijk: een -e stijl.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. los en bevallig: zwierige gebaren; 2. fraai opgeschikt: gekleed gaan; 3. bloemrijk (van stijl).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: