Wat is de betekenis van ZWIERBOL?

2024-10-09
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwierbol

zwierbol - Zelfstandignaamwoord 1. een aan een touw opgehangen bol waarmee men kegels tracht om te doel vallen Vroeger hadden ze zwierbollen op de kermis. zwierbol - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwierbollen ♢ Ik zwier...

2024-10-09
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

zwierbol

(de, -len), iemand die veel zwiert, uitgaanstype. - Etym.: Zie zwieren.

2024-10-09
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zwierbol

s., swierbol, trochdraeijer, swankebast.

2024-10-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwierbol

m. (-len), die vaak zwiert, veel uitgaat.

2024-10-09
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zwierbol

m. zwierbollen (losbol).

2024-10-09
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zwierbol

('zwi:r) m. (-len) hij die zwiert (2), veel uitgaat, losbol.

2024-10-09
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZWIERBOL

ZWIERBOL, m. (-len), die veel uitgaat.