Wat is de betekenis van zwetsen?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zwetsen

Het begrip zwetsen heeft 4 verschillende betekenissen: 1) maar raak kletsen; in het wilde weg kletsen 2) zomaar wat zeggen, zonder kennis van zaken 3) als men niet weet waarover men spreekt, is het beter om te zwijgen 4) onzin uitkramen; kletsen

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwetsen

zwetsen - Werkwoord 1. (inerg) zwammen, kletsen De Gooise vrouwen zwetsen tegen elkaar. 2. (inerg) luidruchtig opscheppen; pochen De patser zwetste met zijn nieuwe gekochte auto.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zwetsen

v., swetse, blaffe, (lûd) roppe, poche, poffe en blaze, in steil wurd fiere dwaen, út in heech, great gat blieze sprekke.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwetsen

(zwetste, heeft gezwetst), luidruchtig en onbedachtzaam spreken, inz. grootspreken, snoeven: hij doet niets dan zwetsen en pochen ; zo zit hij te zwetsen, te lachen, en windt hij zich op bij een schuimend glas bier (Alb. Thijm).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zwetsen

zwetste, h. gezwetst (wauwelen; inz. pochen, snoeven, opsnijden).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zwetsen

('zwetsәn) (zwetste, heeft gezwetst) [msch. klnb.] 1. veel en onbedachtzaam praten: -de meisjes. 2. grootspreken, snoeven: op zijn rijkdommen -; - en pochen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zwetsen

(zwetste, heeft gezwetst), luidruchtig en onbedachtzaam spreken, m.n. grootspreken, snoeven.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)