Wat is de betekenis van zwelling?

Het begrip zwelling heeft 6 verschillende betekenissen: 1) gezwollen vrucht, knop of zaadje, als gevolg van een fysiologisch proces 2) stijging van het water 3) plaats waar iets gezwollen is; gezwollen plek 4) het opzwellen van een lichaamsdeel of van een plek in of op het lichaam, als gevolg van een aandoening of ontsteking 5) welving of ronding d...

zwelling - Zelfstandignaamwoord 1. het zwellen 2. gezwollen plek ♢ Kanker uit zich soms in een zwelling. Woordherkomst Naamwoord van handeling van zwellen met het achtervoegsel -ing. Verwante begrippen zwellen, gezwel

zwelling - zelfstandig naamwoord uitspraak: zwel-ling 1. een plek die dik en opgezet is ♢ haar enkel is niet gebroken, maar heeft wel een zwelling Zelfstandig naamwoord: zwel-ling de zwelling ...

(zn) zwaluw HP.

Zie (ook) oedeem, gezwel

s., tining, tyn; (in koeienuier) ame, aem; nog geen — in de uier vertonend (van koe), kâld.

...

v., 1. het zwellen; — (bouwk.) zwelling ener zuilschacht, toeneming in dikte naar het midden ; 2. (-en), plaats waar iets gezwollen is.

is het verschijnsel, dat vele gelen (z colloïden) en macromoleculaire stoffen, in een geschikte vloeistof gebracht, daarin opzwellen met behoud van de vorm. Soms gaat zwelling over in het volledig oplossen van het gel, maar vaak ook blijft de zwelling beperkt. Dit gedrag wijkt in beide gevallen dus geheel af van het echte oplossen van e...