Wat is de betekenis van zwartepieten?

(1985) (inf.) iemand de zwartepiet toeschuiven: iemand tot zondebok maken. Ontleend aan het kaartspel, waarin de zwartepiet schoppenboer is. Vooral populair in politieke kringen. • (Marco Bunge: Politiek Woordenboek. 1985) • Nu zitten we echter in een situatie dat de veelvoorkomende criminaliteit toeneemt en hoge ambtenaren van justitie,...

zwartepieten - Werkwoord 1. (inerg) het kaartspel spelen waarbij schoppenboer zwartepiet heet en de meeste strafpunten oplevert ♢ Toen ze aan het zwartepieten waren, vergaten ze even de tijd. 2. (inerg) voortdurend elkaar de schuld proberen te geven ♢ Zit toch niet...

zwartepieten - regelmatig werkwoord uitspraak: zwar-te-pie-ten 1. kaartspel waarbij degene die de kaart met zwartepiet krijgt, verloren heeft ♢ we hebben de hele avond zitten klaverjassen en zwartepieten 2. elkaar de schuld geve...

Naam van een kaartspel waarbij schoppenboer zwartepiet heet en klaverenboer verwijderd is, en waarbij telkens gelijke kaarten opgespeeld worden tot de ‘zwartepiet’ overblijft; wie deze kaart heeft, heeft verloren, moet betalen of krijgt een zwarte streep (met gebrande kurk) onder zijn neus of over zijn gezicht. Het spel zou in 1811 in d...

Zwartepieten - hetzelfde als de zwartepiet toespelen. Dit informele werkwoord wordt al vermeld door Bunge (1985). Ella Vogelaar heeft geen zin om te ‘zwartepieten’ over de vraag hoe het zo heeft kunnen lopen. Trouw, 28-05-97 Duidelijk is dat we met dat zwartepieten over de bedden van de patiënten niks opschieten. Trouw, 17-04-98

Genoeglijk Haags gezelschapsspel met hoge inzet. Zwartepieten is het uit de weg gaan van politieke verantwoordelijkheid voor vervelende maatregelen en gebeurtenissen door de indruk te wekken dat deze de schuld zijn van een andere partij, van de sociale partners of van het buitenland. Die andere partij, respectievelijk de sociale partners en het bui...

(zwartepiette, heeft gezwartepiet), een kaartspel spelen waaruit troef alleen genomen is en waaruit telkens gelijke kaarten opgespeeld worden tot zwartepiet overblijft; wie deze kaart heeft, krijgt dan een zwarte streep (met gebrande kurk) onder zijn neus of over zijn gezicht.

zwartepiette, h. gezwartepiet (kaartspel met schoppenboer als piet).

(zwartə'pi:tən) (zwartepiette, heeft gezwartepiet) [het gezicht van hem die de → zwartepiet (II) het laatst heeft, krijgt een zwarte streep over zijn gezicht] kaartspel waarbij zo lang gespeeld wordt tot alleen → zwartepiet (II) overblijft.