Wat is de betekenis van zwarte?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zwarte

1) (1988) (Vlaanderen) (muziek) vinylplaat. • Vanaf september-oktober is de studio gereserveerd en begin volgend jaar ligt de zwarte bij de platenboer. (De Morgen, 05/07/1988) 2) (W.O. II) collaborateur. Syn.: zwartzak*. • Zwarte(n). Idem voor een inciviek (1940-44). (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950) •...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwarte

zwarte - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van zwart zwarte - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief) een neger Helaas worden zwarten soms nog steeds niet geaccepteerd in de Westerse wereld.

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

zwarte

(racistisch) iemand met een donkere huid; een neger. De rechtstreekse aanleiding tot deze vechtpartij was een scheldwoord. Enkele van onze jongens hadden de Marokkanen uitgescholden voor ‘zwarten’. Het was onze madrieg Gersjom, die de vechtenden van elkaar scheidde. Gersjom was diep geschokt door deze ruzie. Zoiets kwam in Ben Sjemen no...

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

zwarte

Traditioneel eufemisme voor neger. Dit laatste woord is tot de taboesfeer gaan behoren. Het leek immers te veel op het Amerikaanse ‘nigger’, dat als scheldwoord beschouwd werd (vooral in het zuiden). Alhoewel, de laatste jaren wordt ook het woord ‘zwarte’ niet meer als politiek correct beschouwd. In de Verenigde Staten bestrijkt ‘black’ een heel sp...

2024-04-25
Lexicon van de multiculturele samenleving

Martin Meulenberg (2003)

Zwarte

Aanduiding voor mensen wier huidskleur donker is. De term wordt veel gebruikt om aanduidingen als neger, kleurling, mulat, creool enz. te vermijden, en lijkt daardoor voortgekomen uit de behoefte aan een min of meer neutraal begrip. Hoewel verschillende allochtone organisaties geen probleem hebben met de aanduiding 'zwart' (zie bijv. zmv-vrouwen),...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zwarte

(de, -n) persoon die in de Tweede Wereldoorlog met de bezetter samenwerkte, collaborateur. ‘Jongen, ik werd daar uitgescholden, ongelofelijk. Wist ik veel waarom. Voor een paar stomme sigaretten? Later begreep ik het: ik sprak Nederlands, dus ik moest ne zwarte zijn.’ - Knack, 13-11-2002. zie witte.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zwarte

Pers. die tijdens de oorlog met de bezetter samenwerkte: collaborateur; fascist, zwarthemd; in Nederl.: N.S.B.’er (lid van de Nationaal-Socialistische Beweging). Churchil zei op 8 December ’44 dat hij tijdens de oorlog aan «schurken en schuimers» wapens had bezorgd. Deze helden hebben «Zwarten» vermoord. Dat was...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwarte

I. m. en v. (-n), 1. neger, negerin ; het land der zwarten, Afrika; 2. (Zuidn.) fascist, zwarthemd ; II. m., de Zwarte, de duivel: dat licht deze aperij den Zwarten, had verdroten, zulks kwam hem nimmer in den zin (Staring). ZWARTJE, o. (-s), zie ook ald.