Wat is de betekenis van ZWALKEN?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwalken

zwalken - Werkwoord 1. (inerg) doelloos en ongecontroleerd zich voortbewegen De dronken zwerver zwalkte over de weg.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zwalken

v., swalkje, swab(ber)je; aan het —, op ’e swalk.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwalken

(zwalkte, heeft gezwalkt), dobberen; her en der zwerven, ronddolen ; op zee zivalken, voortdurend op zee reizen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zwalken

zwalkte, h. gezwalkt (rondzwerven): hij zwalkte jaren lang op zee.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zwalken

('zwalkən) (zwalkte, heeft gezwalkt) 1. drentelend zich bewegen. 2. zeer langzaam gaan, treuzelen. 3. rondzwerven : op zee -.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zwalken

(zwalkte, heeft gezwalkt), dobberen; her en der zwerven, ronddolen; op zee —, voortdurend op zee varen.

2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZWALKEN

ZWALKEN, (zwalkte, heeft gezwalkt), drentelende zich bewegen; zeer langzaam gaan; zwerven, ronddolen; op zee zwalken, verre zeereizen doen. ZWALKING, v. het zwalken.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Zwalken

Zwalken, ow. gel. (ik zwalkte, heb gezwalkt), drentelende zich bewegen; zeer langzaam gaan; zwerven, ronddolen; op zee -, verre zeereizen doen. *...ER, m., *...STER, v. (-s), treuzelaar, -ster. *...ING, v. het zwalken.