Zwak-begaafd
een zeer lichte graad van zwakzinnigheid, intelligenter dan debiel, maar toch zo, dat moeilijk een sociaaleconomisch bevredigende plaats in het bedrijfsleven verworven wordt, zodat er voorzieningen moeten worden getroffen. Hun intelligentie-quotiënt ligt (op jeugdige leeftijd gemeten) ongeveer bij 80 (zie Binet-Simon).