zwaarmoedig
zwaarmoedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met neiging tot somberheid ♢ De mijnwerker heeft een zwaarmoedig bestaan. zwaarmoedig - Bijwoord 1. met neiging tot somberheid ♢ De mijnwerker kijkt zijn toekomst zwaarmoedig tegemoet. Woord...
Wiktionary (2019)
zwaarmoedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met neiging tot somberheid ♢ De mijnwerker heeft een zwaarmoedig bestaan. zwaarmoedig - Bijwoord 1. met neiging tot somberheid ♢ De mijnwerker kijkt zijn toekomst zwaarmoedig tegemoet. Woord...
Muiswerk Educatief (2017)
zwaarmoedig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: zwaar-moe-dig 1. in een zeer sombere stemming ♢ zij was nogal zwaarmoedig in het gesprek Bijvoeglijk naamwoord: zwaar-moe-dig ... is zwaarmoediger dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), terneergeslagen, bedrukt van gemoed, melancholiek, hetzij als stemming of als karaktereigenschap : hij is de laatste tijd erg zwaarmoedig ; in een zwaarmoedige bui.
Jozef Verschueren (1930)
(zwartmoedsch) bn. en bw. (-er, -st) steeds het zwaarste, ergste voorziend, droefgeestig, neerslachtig. Syn.→ bedroefd.
J.H. van Dale (1898)
ZWAARMOEDIG, bn. bw. (-er, st), terneergeslagen, steeds het ergste voorziende: hij is in den laatsten tijd erg zwaarmoedig; in eene zwaarmoedige bui, droefgeestig. ZWAARMOEDIGHEID, v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: