Wat is de betekenis van zwaar?

2025-11-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwaar

bn. bw. (-der, -st), 1. onderworpen aan de zwaartekracht, wegende, bep. zoveel als een bep. noemt: alle lichamen zijn zwaar; tien pond zwaar; hoe zwaar is dat stuk?) het is te zwaar; — fig.: zij wilden weten hoe zwaar ik was, hoeveel geld ik (bij mij) had : 2. betrekkelijk veel wegende: lood en goud zijn zwaar...

2025-11-13
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

zwaar

1) (1968) (sold.) zware straf; zwaar arrest. • Mijn glorietijd eindigde in de lik. Bilder en ik sloegen op een avond twee Duitse politieagenten het ziekenhuis in. Ze waren onbeschoft en toen gaven we ze een pak rammel met hun eigen gummistokken. We kregen allebei drie weken zwaar. (Herman Pieter de Boer, Rijk de Gooyer: Krentenbollen, kogels e...

2025-11-13
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwaar

zwaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. van groot gewicht 2. van grote moeilijkheidsgraad evolutie vindt plaats als de dieren het zwaar hebben Antoniemen licht

2025-11-13
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zwaar

zwaar - bijvoeglijk naamwoord 1. met veel gewicht ♢ deze koffer is zwaar 1. er zwaar aan tillen [het als een groot bezwaar zien] 2. wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen...

2025-11-13
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

zwaar

Van een hand: relatief veel punten bevattend. De term ‘zwaar’ wordt vooral gebruikt wanneer de kracht van de hand in het bieden nog onvoldoende tot uitdrukking is gebracht (onderbieden). Ook een bieding kan ‘zwaar’ zijn, bijvoorbeeld een opening van één in een kleur op twintig punten of een ‘pas’ met negen punten op een 1SA-opening (15-17) van de p...

2025-11-13
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

zwaar

Wie of wat was oorspronkelijk zwaar op de hand? a Een ridder; de oorspronkelijke uitdrukking luidde: ‘zwaard op de hand’. b Een paard dat het hoofd liet hangen en daardoor druk uitoefende op de hand van de ruiter. c Een ganzenveer, die soms veel weerstand ondervond van het perkament.

2025-11-13
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Zwaar

1. een zware/lelijke pijp roken, gezegd wanneer iets iemand zuur zal opbreken, wanneer hij iets onaangenaams zal ondervinden. De uitdr. is al vrij oud (o.a. terug te vinden bij Stoett). Een zware pijp roken is homoslang voor ‘fellatio beoefenen op een groot lid’. Als we in triomf de Gordel van Smaragd hadden bevrijd van een inktzwarte vijand. Dan z...

2025-11-13
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Zwaar

Politiek gewichtig. Om aan te geven dat de Kamer aan een bepaalde zaak een groot politiek belang toekent, dient zij vanzelfsprekend een motie in, maar als deze is ondertekend door één of meer fractievoorzitters, spreekt men van een zware motie.

2025-11-13
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zwaar

1. Van dieren: drachtig; - minder gewoon van vrouwen: zwanger; zwaar zijn van, in verwachting zijn van (het zoveelste kind). Aan de overkant van het woud, in de richting van Oppem, waar een zware merrie in een boomgaard stond, trof men het arme beest aan met twintig steken in de balg, TEIRLINCK 1952, 1, 178. Toen mijn moeder begraven is, wa...

2025-11-13
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

zwaar

zwaar - zwanger (vgl. vol.)Rits Aaltje wiert met kindt door haar ontugtig leven ... S’is klein, en zy gaat groot, 't is zwaar, en zy is ligt, Koddige Opschriften I, 67 [1698-1700].

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-11-13
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

zwaar

bn., (ook:) 1. stoer, flink (man of jongen t.a.v. drank en vrouwen). We nemen Sèmmie een avondje mee, dan zullen we zien of hij ze [de vele glazen drank] kan bolwerken. Wat vind je er van Sèm? Eh? Ik? Wel kijk, zo zwaar ben ik nog niet. Nou jaa (Rappa 1981: 24). 2. zedeloos, ‘licht’ (vrouw of meisje). Naast hem zat een &l...