Wat is de betekenis van zuster?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zuster

Het begrip zuster heeft 3 verschillende betekenissen: 1) vrouwelijke bloedverwant. iemand van het vrouwelijk geslacht, als bloedverwant beschouwd in relatie tot andere kinderen van dezelfde vader en moeder of van een van beide ouder; vrouw, meisje in relatie tot een ander kind of andere kinderen van dezelfde vader en/of moeder. 2) vrouw...

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zuster

(1980) (feministen) feministe. • Maar al was dat zo, Marja zag haar, de toekomstige gouvernante, toch niet als tegenstandster. Als vrouw was ze immers een zuster, zoals dat in feministische kringen heette. (Adriaan van der Veen: Niet meer bang zijn. 1980) • Kritiekloos bestempelen deze zusters elkaars oogkleppen als lichtende bakens in d...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zuster

zuster - Zelfstandignaamwoord 1. vrouwelijk kind van dezelfde ouders, zus 2. verpleegster in een ziekenhuis 3. non, kloosterlinge Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: suster Oudernederlands: swestar Germaans: *swestēr Indo-Europees: *swésōr Synoniemen [2] verpleegster, ziekenverpleegster, ziekenzuster

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zuster

zuster - zelfstandig naamwoord uitspraak: zus-ter 1. vrouw of meisje met dezelfde ouders als jij ♢ Anna is mijn zuster 1. je zuster! [dat zou je wel willen, dat gaat niet door] ...