Wat is de betekenis van zozo?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zozo

zozo - Bijvoeglijk naamwoord 1. van matige kwaliteit Zijn wiskundecijfers zijn uitstekend, maar zijn Frans is maar zozo. Synoniemen matigjes, matig Antoniemen prima

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zozo

bw., matig, zwak of enigszins; het is maar —, niet erg best of maar net aan.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)