zootje, zootje ongeregeld
gemeen volk; tuig. Eigenlijk: allegaartje, een groepje personen dat in kleding, handelingen e.d. afwijkt van het normale. Zo zagen kruisvaarders er niet uit: zo bruin, verwilderd, rauw en ongehoorzaam konden normale kinderen niet zijn. En heilige kinderen zeker niet. Moest dat ongeregelde zootje de Saracenen met hun onschuld verjagen? (Thea Beekman...