zootje ongeregeld
(1940) (inf.) gemeen volk; tuig. Eigenlijk: allegaartje, een groepje personen dat in kleding, handelingen e.d. afwijkt van het normale. Oorspr. m.b.t. een allegaartje van voorwerpen. • Ons familiezilver was een desperate verzameling eetgerei, zonder verwantschap of traditie. Het was een allegaartje van vijf en nog eens acht, en dan weer andere...