zootje
1) (19e eeuw) (inf.) grote hoeveelheid: 'Een zooj (zootje) appels'. • Ik wenschte, mijn waarde heer, dat ik u, voor de vele diensten en den kostelijken raad mij zoo dikwerf door UEd. geschonken, een zootje of wat van den kostelijken brasem en de vette paling kon vereeren... (Het vaandel: tijdschrift voor onderofficieren. 1864) • Een zoot...