Wat is de betekenis van Zool?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zool

(1980+) (scheldw.) verkorting van ‘halve* zool’: dom iemand; sufferd. • Zool. Dom persoon, sufferd. 'Als je het zo'n zool uitlegt, dan snapt ie er toch niets van.' (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989) • Zool, dom of vreemd figuur: moet je die halve zool we...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zool

zool - Zelfstandignaamwoord 1. onderkant van de voet 2. onderkant van schoeisel of kous 3. (gereedschap) de vlakke onderzijde van een schaaf, strijkijzer etc. zool - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zolen ♢ Ik zool 2. gebiedende wijs van zolen ...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zool

zool - zelfstandig naamwoord 1. onderkant van je voet of je schoen ♢ de zool van mijn schoenen is versleten 1. halve zool [halve gare, gek persoon] Zelfstandig naamwoord: zool ...

2024-04-25
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

zool

(de; zolen) - onderkant van de stokkop, syn. sole.

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

zool

dom iemand; sufferd. Verkorting van het scheldwoord halve zool. Zool, dom of vreemd figuur: moetje die halve zool weer eens bezig zien! (Cor Hoppenbrouwers, Jongerentaal, 1991) Er waren wat serieuze reacties, maar vooral TBS-zolen: ‘We zitten momenteel in detentie, we willen komen koken, maar kunnen jullie regelen...’ (Nieuwe Revu, 14/...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zool

- iemands zolen likken, iemand naar de mond praten, iemands hielen likken. - iets aan zijn zolen lappen, iets aan zijn laars lappen.

2024-04-25
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Zool

1 (aan) mijn zolen, maak dat een ander wijs; loop heen; je kan de pot op. Syn. me neus(uit). Die luitenant moet toch wel in hoge mate knetter zijn geweest, want na afloop van de mislukking stelde hij mij serieus voor om diezelfde avond naar Havelte te gaan teneinde de dwaallichtjes boven het hunebed te bewonderen. ‘Aan mijn zolen’, zei ik. (Piet Ba...

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

zool

De verbinding bij mijn zolen is een verbastering van de Engelse vloek by my soul ‘bij mijn ziel’. De Cock (1908: nr. 133) vraagt zich af of wij bij bij mijn zolen! moeten denken aan de vroegere gewoonte een aangegane verbintenis te bezegelen door het uittrekken en overhandigen van een van de schoenen. Hij verwijst n...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

zool

zool - Bodemstuk van een schoen dat direct contact met de grond verhindert. Meestal gemaakt uit stevige maar flexibele materialen zoals leer of rubber en aan de schoen vastgelijmd, -gespijkerd of -genaaid.