Wat is de betekenis van Zonnig?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zonnig

zonnig - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonovergoten, met zonneschijn Woordherkomst Afleiding van zon met het achtervoegsel -ig. Antoniemen bewolkt

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zonnig

zonnig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: zon-nig 1. met veel zonneschijn ♢ het was een zonnige dag 1. een zonnig humeur [vrolijk] Bijvoeglijk naamwoord: zon-nig ...

2024-03-29
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Zonnig

Term die in een weersverwachting kan voorkomen. Over een dag genomen vertegenwoordigt deze term een zonneschijnpercentage van 40 tot 100%. Dat betekent dat er wel af en toe wat bewolking mag zijn. De meest gebruikte bijbehorende nachtterm is `helder'. Zie ook: terminologie

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zonnig

adj., sinnich; — weer, sinneskynwaer (it); -e dag, sinneskyndei.