Wat is de betekenis van Zomertijd?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zomertijd

Het begrip zomertijd heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zomerseizoen. tijd van de zomer; zomerseizoen; zomer. 2) tijdregeling voor de zomer. tijdens de zomermaanden aangehouden tijdregeling, waarbij de klok ten opzichte van de standaardtijd een uur naar voren wordt gezet om beter gebruik te kunnen maken van de uren dat het licht...

2024-04-20
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Zomertijd

Met de zomertijd worden de klokken in de nacht van zaterdag op de laatste zondag van maart om 2 uur één uur vooruit gezet, waardoor die dag maar 23 uur heeft. Eind oktober gaat de wintertijd weer in. Het vooruit zetten van de klokken gebeurt in de nacht van zaterdag op zondag en zorgt er uiteindelijk voor dat het 's ochtends lang...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zomertijd

zomertijd - Zelfstandignaamwoord 1. de tijd zoals die geldt in de zomer Woordherkomst samenstelling van zomer en tijd Verwante begrippen wintertijd

2024-04-20
Internet woordenboek

Ensie (2001)

zomertijd

De datum, waarop de klok één uur vooruit wordt gezet. Deze datum wordt elk jaar opnieuw door de EU bepaald, maar begint meestal op de laatste zondag van maart. Zeven maanden daarna begint de wintertijd. De zomertijd is ingevoerd mede omdat men dacht dat hierdoor het energieverbruik (licht) minder zou worden.ZOO Formaat voor archive-be...

2024-04-20
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Zomertijd

Zie: Midden-Europese Zomertijd

2024-04-20
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

zomertijd

de tijd één uur later dan de middelbare zonnetijd in een tijdzone. Tussen de beide wereldoorlogen en nog kort daarna werd in de zomer de klok in Nederland een uur vooruitgezet, zodat ’s avonds de duur van straat- en woningverlichting werd verkort.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zomertijd

m., 1. tijd dat het zomer is ; het warme seizoen; 2. bijzondere regeling van de tijd gedurende de zomer waarbij de klok een uur vóór is bij de middelbare zonnetijd, ingevoerd om ’s avonds kunstlicht te besparen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ZOMERTIJD

is de tijd, één uur later dan de middelbare zonnetijd van enige tijdzone of land (z tijd, 2). In beginsel is de zomertijd geen afzonderlijke wijze van tijdindeling, maar een practische maatregel, genomen tijdens Wereldoorlog I in West-Europa en daarna veelal gehandhaafd. Zij heeft tot doel in een gedeelte van het zomerhalfjaar...