Wat is de betekenis van zomerhuis?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zomerhuis

Het begrip zomerhuis heeft 2 verschillende betekenissen: 1) huis waar men vast verblijft in de zomer. huis waar men vast verblijft in de zomer. 2) recreatieverblijf voor de zomer. huis dat men slechts bewoont of mag bewonen in de zomer als recreatieverblijf; recreatieverblijf voor de zomer.

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zomerhuis

zomerhuis - Zelfstandignaamwoord 1. huis om de zomer en de vakanties door te brengen Zij denken erover een zomerhuisje te kopen in het zuiden. Woordherkomst samenstelling van zomer en huis Synoniemen vakantiehuis, recreatiewoning Verwante begrippen tuinhuis

2024-04-26
Asset Management begrippen

NVDO (2016)

Zomerhuis

Een zomerhuis is een klein bijgebouw achter of naast een boerderij gelegen, geschikt voor zomerverblijf en vaak ook in gebruik als kaasmakerij.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zomerhuis

o. (...huizen), inz. ZOMERHUISJE, o. (-s), huisje waarin men ’s zomers vertoeft, hetzij in de nabijheid van het gewone huis of als buitenverblijf.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zomerhuis

o. zomerhuizen (tuinhuisje).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zomerhuis

o. (...huizen; -je) landhuis, zomerverblijf.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zomerhuis

o. (-huizen), 1. licht gebouwd huis waarin men ’s zomers vertoeft als buitenverblijf; permanent beschikbaar verblijf voor recreatie, m.n. in het zomerseizoen; 2. prieel.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)