Wat is de betekenis van zoetigheid?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zoetigheid

zoetigheid - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) etenswaar met een zoete smaak Wil je wat zoetigheid op de boterham of liever iets hartigs? Woordherkomst Afgeleid van zoetig met het achtervoegsel -heid.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zoetigheid

zoetigheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: zoe-tig-heid 1. eten of snoep met een zoete smaak ♢ je moet niet zoveel zoetigheid eten Zelfstandig naamwoord: zoe-tig-heid de zoetigheid de...

2024-04-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Zoetigheid

Wie zoetigheid eet, verlangt naar liefde en lichamelijk contact. Maar soms smaakt zoetigheid ook bitter, wat op storende aspecten in onze liefdesrelaties zou kunnen wijzen. Zo nu en dan duidt deze droom ook op een zoet geheim. Voor een dergelijke uitleg moeten verdere symbolen worden aangehaald. (Zie ook ‘Suiker’.)

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zoetigheid

s., swietekau, swietichheit, kies-, kiezzekau.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zoetigheid

v., 1. het zoete, eigenschap van zoet te zijn ; 2. aangenaamheid, bevalligheid, liefelijkheid ; — winst, voordeel: 3. (...heden), wat zoet is, zoete lekkernij, snoeperij : kinderen houden doorgaans veel van zoetigheid.; thee met een zoetigheidje.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zoetigheid

v. zoetigheden (1 het zoet zijn; 2 hetgeen een zoete smaak teweegbrengt, ook fig.: inz. in het mv.: snoepgoed, lekkers): 1. de zoetigheid van saccharine; 2. keur van zoetigheidjes.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zoetigheid

('zoetəcheit) v. (...heden) I. Eig. het zoet zijn. II. Metf. aangenaamheid, bevalligheid, liefelijkheid. III. Metn. 1. [van I] lekkernij, snoeperij: van zoetigheden houden; een keur van zoetigheden. 2. [van II] winst, voordeel.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zoetigheid

v., 1. eigenschap van zoet te zijn; 2. aangenaamheid, bevalligheid, lieflijkheid; 3. (-heden) zoete lekkernij, snoeperij.