zoemen
(1962) (stud.) als ontgroeningsopdracht: een zoemend geluid maken; neuriën. Vooral in de verbinding 'kikkeren en zoemen'*. • Voorts werden vyftien groenen op een hoop gegooid om als byen te zoemen. (Het vrije volk, 30/10/1962) • Ik geloof zeker dat er mensen zijn die weer willen laten kikkeren en zoemen (gehurkt rondlopen en neuri&e...