Wat is de betekenis van zoeker?

zoeker - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die zoekt ♢ Hij is altijd een beetje een zoeker gebleven. 2. een instrumentje op of aan een camera dat het richten ervan vergemakkelijkt, een richtmiddel ♢ Eindelijk werd zijn geduld beloond en had hij een sneeuwluipaard in zi...

zoeker - zelfstandig naamwoord uitspraak: zoe-ker 1. iemand die zoekt ♢ hij is een zoeker naar waarheid 2. deel van een camera waarmee je kijkt of het onderwerp goed in beeld komt ♢ ik keek door...

Een zoeker is: 1) een stevig stuk papier waarin een klein kader is uitgespaard; met gestrekte arm en door één oog kijkend zoek je naar een geschikt gedeelte van de werkelijkheid om bijv. te tekenen; 2) kijkglas in of op een fototoestel om de uitsnede, het kader, te bepalen van wat gefotografeerd zal worden.

zoeker - Onderdeel van de camera dat gebruikt wordt als 'venster' om door te kijken om het beeld te bepalen en scherp te stellen.

apparaatje voor een fotografische camera, dat meestal in het toestel is ingebouwd. Men kijkt daarbij door een klein glaasje of opening om de afmetingen van het beeld vóór de opname te bepalen (beeldbegrenzing).

...

m. (-s), 1. iem. die zoekt; — (spr.) zoekers van kunsten, vinders van de bedelzak, wie voor de kunstwil leven, is meestal arm; 2. voorwerp waarmee men zoekt; hulpkijker op een astronomische kijker, met zwakke vergroting en een groot veld om een bepaald hemellichaam te zoeken ; inrichting aan een camera om na te gaan of het te fotograf...

m. zoekers (iem., die zoekt; fot. toestelletje aan een camera, waardoor men kan nagaan of het te fotograferen voorwerp goed op de plaat zal komen).

(sterrenkunde). Een groote astronomische kijker bestrijkt maar een zeer klein gedeelte van den hemel, zoodat het moeilijk is een bepaald hemellichaam in het gezichtsveld te krijgen. Daarom is een kleine kijker aan den grooten verbonden, die evenwijdig gericht is, en waarmee men een grooter gedeelte van den hemel overziet. Met behulp van dezen zoeke...